Om een goede werking van de openbare dienst te verzekeren en tijdig administratieve documenten te kunnen opmaken en af te leveren is het noodzakelijk om aan de medewerkers van de dienst burgerzaken de machtiging te verlenen om in naam van de burgemeester/ambtenaar burgerlijke stand verschillende zaken uit te voeren.
Volgende machtigingen zullen verleend worden:
a)
- uittreksels of afschriften af te geven van andere akten dan die van de burgerlijke stand;
- uittreksels af te geven uit de bevolkingsregisters;
- getuigschriften af te geven die geheel of gedeeltelijk aan de hand van de bevolkingsregisters zijn
opgemaakt;
- handtekeningen te legaliseren;
- afschriften van stukken voor eensluidend te verklaren.
b) Betekeningen, kennisgevingen en terhandstellingen van beslissingen te ontvangen inzake de staat van personen.
c) Alle taken te vervullen inzake het opmaken van akten van burgerlijke stand met inbegrip van het afleveren van afschriften en uittreksels, alsook het indienen van een verzoekschrift als bedoeld in artikel 35 §1, 2° lid oud BW met uitzondering van de opmaak van de akte van huwelijk en de opmaak van de akte van nietigverklaring in toepassing van artikel 34/1.
d) Identiteitskaarten en vreemdelingenkaarten aan te vragen en af te leveren.
e) Toelatingen tot begraving en crematie af te leveren en een beëdigd geneesheer aan te stellen om de doodsoorzaken na te gaan.
f) Bijlagen af te leveren betreffende de vreemdelingenwetgeving.
g) Voorlopige rijbewijzen af te leveren.
h) Rijbewijzen af te leveren.
i) Internationale rijbewijzen af te leveren.
j) Attesten (verklaringen op eer) af te leveren betreffende de gemeente- en provincieraadsverkiezingen in kader van volmacht.
k) Attesten (verklaringen op eer) af te leveren betreffende Europese, federale en Vlaamse verkiezingen in kader van volmacht.
l) Kistingen bij te wonen.
m) Uittreksels uit het strafregister af te leveren.
Artikel 126, 1° tot 3° lid van de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988;
Artikel 126, 4° lid van de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988;
Artikel 9 oud Burgerlijk Wetboek;
Artikel 6 § 1, 1° lid en § 2, 1° lid van de Wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen & artikel 3 § 3, 4° lid van het Koninklijk Besluit van 25 maart 2003 betreffende de identiteitskaarten;
Artikelen 15bis §1 en 19 § 1, 1° lid van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging.
Artikel 81/1 van de Vreemdelingenwet van 15 december 1980; het Koninklijk Besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;
Artikel 7 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs;
Artikel 17 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs;
Artikel 53 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs;
Artikel 56, §2, 3° en 7° het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011;
Artikel 147bis, 3° en 7° van het Kieswetboek van 12 april 1894;
Artikel 12 van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging;
Artikelen 589 en volgende van het Wetboek van Strafvordering van 16 december 1808; artikel 1 van het Koninklijk Besluit van 21 november 2016 betreffende de modaliteiten van aflevering van de uittreksels uit het strafregister aan particulieren.
De burgemeester/ambtenaar burgerlijke stand beslist de machtigingen te verlenen zoals deze integraal deel uitmaken van dit besluit.
Deze machtiging vervangt alle voorgaande machtigingen.
Een afschrift van deze beslissing zal aan de gemachtigde overhandigd worden.