Vlaanderen is opgedeeld in 15 vervoerregio’s waarvoor een regionaal mobiliteitsplan opgemaakt moet worden. Onze gemeente behoort tot de Vervoerregio Antwerpen. Het regionaal mobiliteitsplan legt de visie en ambities van de vervoerregio vast met een tijdshorizon 2030 – 2050.
Het Routeplan 2030 is het multimodaal mobiliteitsplan voor de Vervoerregio Antwerpen (32 gemeenten) en geeft invulling aan het mobiliteitsbeleid dat op regionaal niveau zal worden gevoerd. Het vormt het ontwikkelingskader voor de nadere uitwerking van programma’s en projecten op regionaal en lokaal niveau. Het is gericht op het realiseren van een bereikbare en leefbare regio met een structureel hoger gebruik van de duurzame mobiliteitsmiddelen in 2030.
Het Routeplan 2030 is opgesteld in de overtuiging dat mobiliteitsproblemen aangepakt moeten worden door samen te werken tussen de verschillende bestuursniveaus, de lokale besturen onderling, de aanbieders op het vlak van de vervoersmodi, en met alle betrokken publieke en private stakeholders.
Het Routeplan 2030 geeft invulling aan de beleidsambitie van de Vlaamse regering om het aandeel van de duurzame (combi-)verplaatsingen (te voet, per fiets, met trein, tram en/of bus en passagiers in de wagen) voor de hele Vervoerregio Antwerpen te laten groeien tot minstens 50%, ofwel het aandeel van de auto terug te brengen tot onder de 50%. Dit regionaal mobiliteitsplan legt de globale mobiliteitsvisie voor alle vervoersmodi voor een langere termijn vast in de Vervoerregio en bevat de nodige maatregelen om deze 50/50 ambitie te realiseren. De 50/50 ambitie is er één voor personenvervoer, maar ook logistieke thema’s worden mee behandeld in het Routeplan daar waar het relevant is op dit regionale schaalniveau. Het Routeplan beschrijft een streefbeeld van hoe we de mobiliteit in 2030 zien en hoe de gewenste modal shift kan worden bereikt. Het geeft inzicht in de mobiliteitskeuzes die we tegen 2030 willen aanbieden in onze regio.
Om een duurzame toekomst te verzekeren, zetten we in op 10 ambities binnen mobiliteit:
De procedure om tot het regionaal mobiliteitsplan te komen kende drie fases: de oriëntatiefase, de uitwerkingsfase en de fase van het definitieve beleidsplan en actieplan. Het resultaat van de oriëntatiefase was een oriëntatienota. De uitwerking daarvan gebeurde aan de hand van de opbouw van de strategische visie en operationele doelstellingen. Dit werd vertaald in de synthesenota. Tenslotte werd het eigenlijke ontwerp van het regionaal mobiliteitsplan opgemaakt. Dit bestaat uit het Routeplan 2030 zelf, aangevuld met 8 gebiedsgerichte nota’s over goederenvervoer, vervoer op maat, personenvervoer over water, doorstroming OV, feederlijnen OV, mobiliteitsknooppunten, parkeerstrategie en wegencategorisering. Het ontwerp regionaal mobiliteitsplan wordt begeleid door een ontwerp plan-MER, dat de milieueffecten van het mobiliteitsplan in beeld brengt.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het decreet op de basisbereikbaarheid van 3 april 2019.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 november 2020 over de regionale mobiliteitsplannen met integratie van de milieueffectrapportage.
De gemeenteraad geeft voorwaardelijk positief advies over het ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan van de Vervoerregio Antwerpen en het ontwerp plan-MER mits rekening wordt gehouden met volgende punten:
Wijnegem zal op termijn haar Turnhoutsebaan vernieuwen. Deze nieuwe vorm zal uitgaan van het principe van een zone waar de maximale snelheid 30 km/u bedraagt. De gemeente wenst dat hier voldoende rekening mee wordt gehouden. Niet enkel bij de doorrekening van verkeersstromen en modellen. Ook wil zij met het invoeren van de zone 30 het doorgaand verkeer in haar kern net ontmoedigen. Dit staat natuurlijk haaks op een aanzuigeffect van wagens doorheen de Turnhoutsebaan op weg of van de A102.
Het lokaal bestuur is zich ervan bewust dat het gehele vraagstuk over A102 thans uitgebreid bekeken en onderzocht wordt door De Nieuwe Rand. De Nieuwe Rand zal zij bijgevolg nauwgezet opvolgen. Op het ogenblik dat er duidelijkheid komt over de lopende onderzoeken, zal er verder standpunt ingenomen worden. Om die reden wenst het lokaal bestuur te benadrukken dat zij voor elk scenario de impact op Wijnegem wenst te laten onderzoeken in functie van de mogelijke aanleg van de A102.
De gemeente Wijnegem doet beroep op de Provincie Antwerpen / POM Antwerpen bij het uitwerken van een beleidsvisie voor detailhandel.
Het provinciaal project COach-OPeratie DetailHandel ondersteunt de gemeente in de opmaak van een strategisch commercieel plan met inbegrip van een ruimtelijk-economische analyse van detailhandel, afbakening van het kernwinkelgebied en onderzoek naar ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven voor detailhandel.
De gemeente heeft nood aan een geactualiseerde visie die door middel van strategische en operationele doelstellingen wordt waargemaakt. De principes van kernversterking vormen de leidraad in deze visie. Het voorgestelde actieplan zorgt voor de vertaling van de visie en de doelstellingen. In de praktijk zorgen maatregelen en instrumenten voor de uitvoering van deze acties.
Gerichte planningsinitiatieven worden ondersteund door de gemeentelijke kleinhandelsvisie. Het strategisch commercieel plan is een verdere vertaling van het decreet integraal handelsvestigingsbeleid en de provinciale visie detailhandel. De beleidsvisie maakt deel uit van een intergemeentelijke visie met de gemeenten Borsbeek en Wommelgem. De clustergemeenten stellen dezelfde doelstellingen voorop en streven naar maximale synergie, complementariteit en transparantie.
De gemeente Wijnegem heeft nood aan een proactief detailhandelsbeleid. Op gemeentelijk vlak zijn maatregelen noodzakelijk om een gezonde en sterke centrale handelskern te ondersteunen waardoor de leefbaarheid van de gemeenten gevrijwaard blijft. Een evaluatie van de ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven voor detailhandel is noodzakelijk. Hierbij kunnen aansluitend adviezen worden geformuleerd met de nadruk op de aanpak van de leegstand. De afbakening en versterking van de kernwinkelgebieden krijgen hierbij prioriteit.
De aanwezigheid van handelszaken in het centrum van de gemeenten bepaalt mee het voorzieningenniveau voor de lokale bevolking en is een determinerende factor voor de vitaliteit en aantrekkelijkheid van de kernen.
Onze mobiliteit staat onder druk en maakt deel uit van het beoordelingskader voor nieuwe ontwikkelingen. Perifere locaties of baanwinkels richten zich voornamelijk op automobiliteit en kennen nog steeds een sterke groei binnen Vlaanderen. Het aanbod in de lokale kernen is gemakkelijk bereikbaar te voet of met de fiets en versterkt de sociale cohesie. De gemeenten moeten keuzes maken over waar saneren, waar ruimte vrijmaken en waar detailhandel concentreren. Een beleid op lange termijn over meer dan één legislatuur dringt zich op.
Het decreet integraal handelsvestigingsbeleid stelt zich een selectief locatiebeleid en versterking van het kernwinkelgebied tot doel. De verdere exploitatie van steenwegen en een verdere versnippering van de ruimte ten koste van de leefbaarheid van eigen inwoners, passanten en bezoekers moet worden afgewend. Zowel de algemene socio-economische positionering als de beleidsmatige context dient te worden geanalyseerd en geïnterpreteerd op basis van recente cijfers en beleidskeuzes.
Het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid van 15 juli 2016.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
Het gemeenteraadsbesluit van 21 oktober 2019 betreffende de samenwerkingsovereenkomst in het kader van het project Coach-Operatie Detailhandel.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 18 april 2019 betreffende de overeenkomst met POM Antwerpen voor het subsidieproject COOP DH (coach operatie detailhandel).
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 8 augustus 2019 betreffende de samenwerkingsovereenkomst in het kader van het project Coach-Operatie Detailhandel.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 28 april 2022 betreffende kennisneming van de conceptnota beleidsvisie detailhandel Wijnegem.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 30 november 2023 betreffende de principiële goedkeuring 'Beleidsvisie detailhandel'.
De gemeenteraad keurt de beleidsvisie voor detailhandel goed.
De gemeenteraad keurt de leidraad beleidsvisie detailhandel goed.
De gemeenteraad keurt goed dat de Provincie Antwerpen / POM Antwerpen, de communicatie van de visie op maat van de gemeente verder blijft ondersteunen.
Bij de heraanleg van het Marktplein werd een pop-up geplaatst van waaruit evenementen georganiseerd kunnen worden. Daarnaast werd de pop-up ook voor bepaalde periodes in concessie gegeven. In de voorbije jaren werden deze concessieperiodes uitgebreid waardoor occasionele verhuur niet langer mogelijk was. Met het stopzetten van de winterconcessie ontstaat opnieuw de mogelijkheid dat verenigingen, organisaties en inwoners de pop-up kunnen huren voor evenementen op het Marktplein.
Verschillende concessiehouders hebben tijdens de winterperiode de pop-up uitgebaat. Eerdere uitbaters wilden de uitbating na één winter niet verderzetten. De samenwerking met de laatste uitbater werd omwille van het niet naleven van de voorwaarden door het college van burgemeester en schepenen stopgezet.
Het college stelt daarom voor om de pop-up opnieuw beschikbaar te stellen voor verhuur, in de periode buiten de zomerconcessie, namelijk van 1 november tot en met 20 mei.
Een nieuw retributiereglement voor het gebruik van de pop-up dringt zich op.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
De beslissing van de gemeenteraad op 22 juni 2020 betreffende het retributiereglement voor de pop-up op het Marktplein van 1 juli 2020 tot en met 30 juni 2021.
De beslissing van de gemeenteraad op 20 september 2021 betreffende de concessievoorwaarden voor de pop-up Marktplein voor de winter 2021-2022 (2022-2023 en 2023-2024).
De beslissing van de gemeenteraad van 24 januari 2022 betreffende de opheffing van het retributiereglement pop-up Marktplein met ingang vanaf 1 feburari 2022.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 11 mei 2023 betreffende de stopzetting van de winterconcessiepop-up Marktplein 2021-2022 (verlengbaar tot 2023-2024).
Het retributiereglement voor de verhuur en het occasionele gebruik van de pop-up op het Marktplein, dat integraal en ongewijzigd deel uitmaakt van dit besluit, wordt goedgekeurd en gaat in op 1 januari 2024.
Vanaf 2024 zet Europa Werk en Sociale Economie (Europa WSE) de middelen voor sociale inclusie in via lokale partnerschappen. Deze partnerschappen richten zich op de begeleiding van niet-beroepsactieven en werkzoekenden met een complexe problematiek in Vlaanderen. De partnerschappen zullen de doelgroep helpen om, vanuit hun context, gehoord/gezien te worden om binnen hun uitdagingen ten volle te participeren in de samenleving, inclusief maar niet uitsluitend, qua werk.
Ondanks het lokale aanbod, leeft het gevoel dat het aanbod niet voldoende aansluit bij de noden van deze kwetsbare doelgroep. De uitdaging bestaat erin om vanuit het lokaal bestuur meer impact op deze dienstverlening te krijgen. VVSG is daarom samen met Europa WSE en de VDAB op zoek gegaan naar een manier waarop de impact van de lokale besturen versterkt kan worden. Zij zullen daarbij ondersteund worden in het opzetten van een duurzaam lokaal partnerschap waar expertise wordt gebundeld om een breed en gediversifieerd activeringsbeleid te kunnen voeren ten aanzien van mensen die hindernissen ervaren om aan de arbeidsmarkt (en de maatschappij) deel te nemen. Dit engagement wordt voorzien voor een periode van 6 jaar.
Welzijnsvereniging KINA p.v. treedt reeds sinds 2014 op als regisseur sociale economie. Op dit moment neemt KINA de regierol sociale economie en werk waar voor negen lokale besturen: Essen, Kalmthout, Ranst, Wijnegem, Schilde, Schelle, Zandhoven, Zoersel en Brecht. Vanuit de regierol sociale economie en werk geeft KINA het werkveld omtrent lokale sociale economie en werk mee vorm, wordt samenwerking gestimuleerd, kennis gedeeld en wordt er meer tewerkstelling gecreëerd voor personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Dit wordt verwezenlijkt vanuit een open partnerschap tussen de participerende lokale besturen, KINA en de VDAB.
Het lokaal partnerschap binnen de schoot van KINA, bestaat uit de volgende organisaties: Arktos, Bethanië, Blenders, Emino, Welzijnsvereniging KINA p.v. en VDAB. Deze organisaties beschikken over een brede expertise, wat het lokaal partnerschap in staat stelt een allesomvattende aanpak te ontwikkelen en zo in te kunnen spelen op de noden van deze kwetsbare doelgroep. Een overzicht van de diverse expertises waarop deze organisaties kunnen bouwen binnen het lokaal partnerschap bevindt zicht in bijlage.
Door het bundelen van de middelen die aan de verschillende deelnemende lokale besturen zijn toegewezen is het budget waarover het partnerschap kan beschikken aanzienlijk, nl. 2.573.900,24 euro voor zes jaar of 428.983,37 euro per jaar. Dit laat toe om verschillende expertises in huis te halen. Door mee in te stappen in het lokaal partnerschap kan het lokaal bestuur Wijnegem ook beroep doen op deze uitgebreide expertise om personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt intensief te laten begeleiden.
De mogelijkheid bestaat om in te stappen voor één jaar om vervolgens te beslissen al dan niet het partnerschap verder te zetten.
De cofinanciering die het lokaal bestuur moet voorzien kan het eerste jaar gedragen worden door de reserves die vanuit het wijk-werken zijn opgebouwd, waardoor dit geen financiële weerslag heeft (zie financiële informatie). Deze reserves worden ook aangewend voor drie lokalen besturen die op dit moment nog geen deel uitmaken van het wijk-werkinitiatief, zijnde Brecht, Essen en Kalmthout, op voorwaarde dat zij in 2024 ook aansluiten bij het wijk-werkinitiatief KINA en zij op die manier mee reserves kunnen opbouwen. Hiermee hoopt KINA deze lokale besturen, die samen 1.173.959,43 euro of 46% van de middelen vertegenwoordigen, te overtuigen om deel te nemen.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 15 december 2022 betreffende de goedkeuring van de intentieverklaring lokale partnerschappen in het kader van de regierol sociale economie en werk.
Oproep 64 van Europa Werk & Sociale Economie betreffende lokale partnerschappen voor de duurzame participatie op de arbeidsmarkt van personen met een complexe multiproblematiek.
De gemeenteraad verleent haar engagement om deel te nemen aan het lokaal partnerschap voor een minimale periode van één jaar, met start vanaf 1 januari 2024. Dit engagement wordt geacht jaarlijks verlengd te worden voor een totale termijn van 6 jaar. Indien het lokaal bestuur dit engagement niet verder wenst aan te gaan, wordt deze geacht minimum 3 maanden voor afloop van het werkjaar een aangetekend schrijven te richten aan de welzijnsvereniging KINA p.v.
Lokaal bestuur Wijnegem is aangesloten bij het wijk-werkinitiatief KINA en gaat akkoord met het voorgestelde scenario van financiering waarbij opgebouwde middelen vanuit het wijk-werkinitiatief KINA ingezet kunnen worden voor de cofinanciering van het eerste werkjaar van het lokaal partnerschap.
Minstens een keer per jaar wordt het meerjarenplan aangepast, waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld. Als dat nodig is, kunnen daarbij ook de kredieten voor het lopende boekjaar worden aangepast. Daarnaast kan het meerjarenplan, als dat nodig is, ook worden aangepast om alleen de kredieten voor het lopende boekjaar aan te passen. Bij elke aanpassing van het meerjarenplan wordt het resultaat van de intussen vastgestelde jaarrekeningen verwerkt. De periode van het meerjarenplan blijft altijd de periode, vermeld in artikel 254, tweede lid van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen, maar de financiële nota beschrijft altijd de financiële consequenties voor ten minste drie toekomstige boekjaren, in casu 2024, 2025 en 2026. Een aanpassing van het meerjarenplan omvat minstens een aangepaste financiële nota, een toelichting en de eventuele wijzigingen van de strategische nota.
De jaarlijkse actualisatie van het meerjarenplan is een verplichting opgelegd door het decreet lokaal bestuur.
Voor de besluitvorming is het zoals de vorige jaren noodzakelijk dat de OCMW-raad eerst zijn deel van het meerjarenplan vaststelt, vervolgens stelt de gemeenteraad zijn deel van het meerjarenplan vast en ten slotte keurt de gemeenteraad het deel goed dat de OCMW-raad heeft vastgesteld. Om te vervolledigen, laten we de gemeenteraad ook het geïntegreerd meerjarenplan vaststellen. Voor startjaar 2020 kwam het meerjarenplan tot stand op basis van onder meer een interne en externe omgevingsanalyse, sterkte en zwakteonderzoeken, Wijnegem Spreekt, de 17 duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, het bestuursakkoord en de inbreng van het personeel en het management. Voor deze actualisatie ligt de focus op de verdere uitvoering van het initiële plan. Aan de strategische nota worden geen wijzigingen aangebracht, de strategische beleidsdoelstellingen zijn nog steeds:
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen (BVR BBC).
Het ministerieel besluit van 26 juni 2017 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheercyclus van de lokale en de provinciale besturen (MB BBC).
De omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de BBC.
De gemeenteraad stelt zijn deel van het meerjarenplan voor 2023 en 2024 als volgt vast:
De gemeenteraad keurt het besluit van de OCMW-raad van 18 december 2023 aangaande het vaststellen van zijn deel van het meerjarenplan 2020-2025 voor de jaren 2023 en 2024 goed.
De gemeenteraad stelt het geïntegreerd meerjarenplan 2020-2025 vast als volgt:
In het meerjarenplan 2020-2025 heeft de gemeente een aantal subsidies voorzien, enerzijds gebaseerd op de door de gemeenteraad goedgekeurde subsidiereglementen, anderzijds ook subsidies waarvoor geen reglement voorhanden is, de zogenaamde 'nominatieve' subsidies. Vooraleer het bestuur deze subsidies kan uitbetalen, is een expliciete beslissing van de gemeenteraad nodig.
De werkings- en investeringstoelagen aan de politiezone, brandweerzone en kerkfabrieken worden mee opgenomen in deze nominatieve lijst en voorgelegd voor goedkeuring omdat de toezichthoudende overheid hierover, naast de goedkeuring van de budgetten door de gemeenteraad, ook een expliciet gemeenteraadsbesluit wenst.
Omdat het onderscheid tussen subsidies gekoppeld aan een gemeenteraadsbesluit en andere subsidies niet altijd op voorhand bepaald worden of in de boekhouding duidelijk onderscheiden worden, voegen we in de onderstaande lijst alle werkings-en investeringssubsidies toe voor goedkeuring.
Om niet elk dossier individueel voor te leggen aan de gemeenteraad worden alle nominatieve werkings-en investeringssubsidies opgelijst en voorgelegd aan de gemeenteraad. Aangezien we bij de actualisatie van het meerjarenplan zowel kredieten van 2023 als 2024 wijzigen, bevat de lijst alle nominatieve subsidies van 2023 en 2024.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
De gemeenteraad keurt de lijst met nominatieve werkings- en investeringssubsidies 2023-2024, die integraal deel uitmaakt van dit besluit, goed.
Conform het gewijzigd artikel 41, laatste lid, van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (van toepassing met ingang van 8 april 2023) geldt als subsidievoorwaarde steeds dat de gesubsidieerde zich engageert om het belang van het gebruik van het Nederlands te erkennen bij het uitvoeren van de gesubsidieerde activiteiten.
Het decreet lokaal bestuur bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten, tenzij:
Voor een vlotte uitvoering van het beleidsplan is het aangewezen dat de gemeenteraad de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor de in het geactualiseerd meerjarenplan vermelde nominatieve investeringskredieten (in de bijlage omschreven met NOM.LIJST) toevertrouwt aan het college van burgemeester en schepenen.
Voor de volledigheid worden alle investeringskredieten opgenomen in de bijlage.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
De gemeenteraad vertrouwt de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor de lijst van nominatieve investeringen, die integraal deel uitmaakt van dit besluit, toe aan het college van burgemeester en schepenen.
Op 20 mei 2019 werd het belastingreglement op de verspreiding van niet-geadresseerd reclamedrukwerk door de gemeenteraad goedgekeurd, geldend vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.
Om invorderingsproblemen met belastingplichtigen te voorkomen, dringt de volgende aanpassing aan het reglement zich op:
Artikel 6 (GR 20 mei 2019) De belasting is verschuldigd door de natuurlijke- of rechtspersoon die geldt als de verantwoordelijk uitgever van het betreffende reclamedrukwerk. Wanneer deze verantwoordelijke uitgever niet gekend is, is de belasting verschuldigd door diegene onder wiens handelsnaam, logo of embleem, de reclame wordt gevoerd.
Artikel 6 (GR 18 december 2023) De belasting is verschuldigd door de natuurlijke- of rechtspersoon die geldt als de verantwoordelijk uitgever van het betreffende reclamedrukwerk. Wanneer deze verantwoordelijke uitgever niet gekend is, is de belasting verschuldigd door diegene onder wiens handelsnaam, logo of embleem, de reclame wordt gevoerd. De verantwoordelijke uitgever, de drukker of producent van de gelijkgestelde goederen en de fysieke of rechtspersoon onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het reclamedrukwerk of het gelijkgestelde product wordt verspreid, zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
De verspreiding van niet-geadresseerd reclamedrukwerk wordt belast om ecologische redenen en omwille van de extra inzamelings- en verwerkingskosten van papierafval die de bedeling voor de gemeente veroorzaakt.
De financiële toestand van de gemeente. Het verwerven van inkomsten via belastingen is noodzakelijk om de algemene uitgaven van de gemeente te financieren. De inkomsten worden opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025.
Artikel 40 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en wijzigingen.
Omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit.
Het nieuwe reglement voor de belasting op verspreiding van niet-geadresseerd reclamedrukwerk wordt goedgekeurd.
Het gemeenteraadsbesluit van 20 mei 2019 houdende goedkeuring van de belasting op verspreiding van niet-geadresseerd reclamedrukwerk wordt met ingang van 1 januari 2024 opgeheven.
De federale regering plant het afschaffen van het systeem van voorhuwelijkssparen vanaf 1 januari 2024.
Op vraag van de ziekenfondsen, wegens onder meer de kritiek van ongelijke behandeling van alleenstaanden, de gewijzigde vorm van samenleven en het op langere termijn niet kunnen waarborgen van de financiële haalbaarheid van het systeem, wordt een ministerieel besluit voorbereid om het systeem van voorhuwelijkssparen, ingevoerd bij K.B. van 30 januari 1954, vanaf 1 januari 2024 af te schaffen.
De gemeente kent sinds 1973 een aanvullende gemeentelijke premie bij het voorhuwelijkssparen toe.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
De wet van 2 maart 2023 tot wijziging van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen.
Het reglement 'aanvullende gemeentelijke premie bij het voorhuwelijkssparen', goedgekeurd in de gemeenteraad van 18 december 1972, wordt met ingang van 1 januari 2024 opgeheven.
De gemeenteraad stelde in zitting van 15 oktober 2018 het organogram van het lokaal bestuur Wijnegem vast.
In de personeelsformatie werd voor de dienst gezinszorg het volgende voorzien:
Het vast bureau ging op 12 oktober 2023 principieel akkoord met de overdracht van het personeel van de RDGAT KINA naar het OCMW. Naar aanleiding daarvan is het voorstel om dit als volgt op te nemen in het organogram:
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en de latere wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 met de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en met enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Het gemeenteraadsbesluit van 15 oktober 2018 en latere wijzigingen, waarbij het organogram en de formatie werden vastgesteld.
De gemeenteraad beslist het organogram van lokaal bestuur Wijnegem te wijzigen en opnieuw vast te stellen.
De gemeenteraad stelde in zitting van 15 oktober 2018 het organogram en de formatie van het nieuwe lokaal bestuur Wijnegem vast.
In de personeelsformatie werd voor de dienst gezinszorg het volgende voorzien:
Het vast bureau ging op 12 oktober 2023 principieel akkoord met de overdracht van het personeel van RDGAT KINA naar het OCMW. Naar aanleiding daarvan is het voorstel om dit als volgt op te nemen in de personeelsformatie:
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en de latere wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 met de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en met enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Het gemeenteraadsbesluit van 15 oktober 2018 en latere wijzigingen, waarbij het organogram en de formatie werden vastgesteld.
De gemeenteraad beslist om de personeelsformatie van lokaal bestuur Wijnegem te wijzigen en opnieuw vast te stellen.
Het lokaal bestuur is aangesloten bij de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG).
Deze houdt haar algemene vergadering op 21 december 2023 van 19.30 uur tot 21.00 uur. Deze zal via video-conferentie plaatsvinden.
Dit is de agenda:
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
Het gemeenteraadsbesluit van 20 september 2021 waarbij de heer Juul Liekens, met de heer Maarten Janssens als plaatsvervanger, werd aangeduid als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van VVSG.
De gemeenteraad keurt de agenda en de individuele agendapunten van de algemene vergadering van VVSG op 21 december 2023 goed.
De heer Juul Liekens, met de heer Maarten Janssens als plaatsvervanger, wordt aangeduid als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van VVSG.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit, in het bijzonder met het bezorgen van deze beslissing aan VVSG.
Het lokaal bestuur Wijnegem en de kerkraad O.L.V. van de Bloeiende Wijngaard Wijnegem willen gronden met elkaar ruilen om de reële toestand ook op papier vast te leggen. Een notariële akte en een splitsingsplan dringen zich op.
De percelen van het lokaal bestuur en de kerkraad van O.L.V van de Bloeiende Wijngaard zijn momenteel officieel niet dezelfde als in de praktijk.
Zo is op papier de tuin van de kosterwoning eigendom van het lokaal bestuur en gebruikt het lokaal bestuur een deel als openbaar domein dat eigenlijk toebehoort aan de kerkraad.
Aangezien de verjaringstermijnen van het publiek gebruiken van privaat openbaar domein en van het privaat gebruiken van openbaar domein al lang voorbij zijn, is het aangewezen om deze situatie uit het verleden met een ruilingsakte recht te zetten.
Via de grondruil worden de percelen van het lokaal bestuur en de kerkraad van O.L.V. de Bloeiende Wijngaard in overeenstemming met de realiteit gebracht. Een ontwerpakte met splitsingsplan werd opgemaakt door Michielsens & Witens geassocieerde Notarissen.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
De gemeenteraad keurt de ontwerpakte van de grondruil tussen gemeente Wijnegem en de Kerkraad O.L.V. Bloeiende Wijngaard Wijnegem goed samen met het toegevoegde splitsingsplan en beslist de akte te laten verlijden.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om het dossier verder af te werken.
Voor de uitrol van een glasvezelnet in Vlaanderen heeft Fiberklaar verdeelposten nodig om haar netwerk van datastroming te voorzien. Deze verdeelposten of POP genaamd, worden op strategische locaties ingepland. Met de eigenaar van het perceel waar de POP op wordt geplaatst, wordt er een overeenkomst onder de vorm van 'Recht van opstal' geregeld.
In het voorstel tot overeenkomst ter vestiging van een recht van opstal wordt er tussen lokaal bestuur Wijnegem en Fiberklaar een overeenkomst gesloten.
In deze overeenkomst is lokaal bestuur Wijnegem eigenaar van het perceel waarop de POP wordt geplaatst en is Fiberklaar de opstalhouder.
Na overleg en diverse contacten legt de overeenkomst verschillende afspraken vast voor een periode van maximaal 30 jaar. Eveneens wordt er een eenmalige vergoeding gegeven van 6 800,00 euro. Zonder deze overeenkomst kan Fiberklaar zijn POP niet plaatsen en is de aanleg van het netwerk, dat al gedeeltelijk gebeurd is, zonder doel.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
De gemeenteraad keurt de toegevoegde akte "recht van opstal POP Fiberklaar" goed.
Het recht van opstal loopt maximaal 30 jaar, de vergoeding is 6.800 euro.
Het college wordt gemachtigd om het dossier verder af te werken.
Het verslag van de vorige zitting ligt ter inzage.
Er zijn geen opmerkingen.
Het decreet lokaal bestuur 22 december 2017, na wijzigingen, artikel 32.
De gemeenteraad keurt het verslag van de zitting van 20 november 2023 goed.
De raadsleden krijgen de mogelijkheid om vragen te stellen.
Niet van toepassing.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen, artikel 31.
Het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad.