Terug
Gepubliceerd op 19/12/2023

2023_GR_00146 - Mobiliteit - Ontwerp regionaal mobiliteitsplan en ontwerp plan-MER - Advies - Goedkeuring

Gemeenteraad
ma 18/12/2023 - 21:00 Raadzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Lieve Kelders, Voorzitter; Leen Wouters, Burgemeester; Maarten Janssens, 1ste schepen; Tom Tachelet, 2de schepen; Juul Liekens, 3de schepen; Nadine Wouters, 4de schepen; Dirk Verhaert, Raadslid; Inge Carpentier, Raadslid; Roger Boeckxstaens, Raadslid; Marleen Elen, Raadslid; Glenn Gené, Raadslid; Marc De Coninck, Raadslid; Dirk Maes, Raadslid; Herman Platteau, Raadslid; Nadine Vandecaveije, Raadslid; Viktor Werrebroeck, Raadslid; Lusse Berden, Raadslid; Carmen Baelden, Raadslid; Leen Nagels, Algemeen directeur

Verontschuldigd

An Stuyck, Raadslid; Glenn De Cleen, Raadslid; Anne-Marie Matthys, Raadslid

Secretaris

Leen Nagels, Algemeen directeur

Voorzitter

Lieve Kelders, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2023_GR_00146 - Mobiliteit - Ontwerp regionaal mobiliteitsplan en ontwerp plan-MER - Advies - Goedkeuring

Aanwezig

Lieve Kelders, Leen Wouters, Maarten Janssens, Tom Tachelet, Juul Liekens, Nadine Wouters, Dirk Verhaert, Inge Carpentier, Roger Boeckxstaens, Marleen Elen, Glenn Gené, Marc De Coninck, Dirk Maes, Herman Platteau, Nadine Vandecaveije, Viktor Werrebroeck, Lusse Berden, Carmen Baelden, Leen Nagels
Stemmen voor 13
Carmen Baelden, Dirk Maes, Herman Platteau, Inge Carpentier, Juul Liekens, Leen Wouters, Maarten Janssens, Marc De Coninck, Nadine Wouters, Roger Boeckxstaens, Tom Tachelet, Viktor Werrebroeck, Lieve Kelders
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 5
Dirk Verhaert, Glenn Gené, Marleen Elen, Nadine Vandecaveije, Lusse Berden
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2023_GR_00146 - Mobiliteit - Ontwerp regionaal mobiliteitsplan en ontwerp plan-MER - Advies - Goedkeuring 2023_GR_00146 - Mobiliteit - Ontwerp regionaal mobiliteitsplan en ontwerp plan-MER - Advies - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Vlaanderen is opgedeeld in 15 vervoerregio’s waarvoor een regionaal mobiliteitsplan opgemaakt moet worden. Onze gemeente behoort tot de Vervoerregio Antwerpen. Het regionaal mobiliteitsplan legt de visie en ambities van de vervoerregio vast met een tijdshorizon 2030 – 2050.

Het Routeplan 2030 is het multimodaal mobiliteitsplan voor de Vervoerregio Antwerpen (32 gemeenten) en geeft invulling aan het mobiliteitsbeleid dat op regionaal niveau zal worden gevoerd. Het vormt het ontwikkelingskader voor de nadere uitwerking van programma’s en projecten op regionaal en lokaal niveau. Het is gericht op het realiseren van een bereikbare en leefbare regio met een structureel hoger gebruik van de duurzame mobiliteitsmiddelen in 2030.

Het Routeplan 2030 is opgesteld in de overtuiging dat mobiliteitsproblemen aangepakt moeten worden door samen te werken tussen de verschillende bestuursniveaus, de lokale besturen onderling, de aanbieders op het vlak van de vervoersmodi, en met alle betrokken publieke en private stakeholders.

Het Routeplan 2030 geeft invulling aan de beleidsambitie van de Vlaamse regering om het aandeel van de duurzame (combi-)verplaatsingen (te voet, per fiets, met trein, tram en/of bus en passagiers in de wagen) voor de hele Vervoerregio Antwerpen te laten groeien tot minstens 50%, ofwel het aandeel van de auto terug te brengen tot onder de 50%. Dit regionaal mobiliteitsplan legt de globale mobiliteitsvisie voor alle vervoersmodi voor een langere termijn vast in de Vervoerregio en bevat de nodige maatregelen om deze 50/50 ambitie te realiseren. De 50/50 ambitie is er één voor personenvervoer, maar ook logistieke thema’s worden mee behandeld in het Routeplan daar waar het relevant is op dit regionale schaalniveau. Het Routeplan beschrijft een streefbeeld van hoe we de mobiliteit in 2030 zien en hoe de gewenste modal shift kan worden bereikt. Het geeft inzicht in de mobiliteitskeuzes die we tegen 2030 willen aanbieden in onze regio.

Om een duurzame toekomst te verzekeren, zetten we in op 10 ambities binnen mobiliteit:

  • integrale aanpak voor een andere mentaliteit: we kiezen voor een gezamenlijk mobiliteitsmanagement om het aantal autoverplaatsingen te beperken. Deze gedragsverandering realiseren we via gerichte communicatie, infrastructuur, technologie en regelgeving;
  • versterking van dorps- en stadskernen: wanneer we woningen, werkplekken, activiteiten en voorzieningen op wandel- en fietsafstand van elkaar organiseren, is er minder nood aan verplaatsingen. Deze concentratie in de kernen maakt het bovendien gemakkelijker om deelsystemen en openbaar vervoer te organiseren;
  • reisbeleving van deur tot deur bevorderen: probleemloos overstappen van openbaar vervoer naar fiets en naar auto, die vrijheid willen we de reiziger bieden door hoogkwalitatieve en vlot bereikbare mobiliteitsknooppunten te voorzien;
  • van bezit naar gebruik: Mobility as a Service (MaaS) staat voor de verschuiving van persoonlijke vervoerswijzen naar mobiliteitsdiensten zoals openbaar vervoer en fiets- of autodelen. We reiken de reiziger een gebruiksvriendelijk systeem aan om het vlot wisselen van vervoersmiddel of ‘combimobiliteit’ te bevorderen;
  • A-net, snel en betrouwbaar reizen binnen de vervoerregio: het A-net is een kwaliteitsnetwerk dat bestaat uit afgestemde regionale diensten van trein, tram en bus. Het garandeert vlotte en frequente verbindingen, zowel in de urbane zone als in het regionale netwerk;
  • een fietsnetwerk van hoge kwaliteit: we zetten in op een comfortabel en veilig lokaal fietsnetwerk dat aansluit op het A-net en de regionale fietsnetwerken. Voor verplaatsingen over de korte afstand krijgt de fiets de belangrijkste vervoersfunctie;
  • regionale parkeerstrategie, lokaal beleid: we maken een ‘park & choose’ van de mobiliteitsknooppunten buiten de kernen. Met een doordachte tarifering en veel aandacht voor fietsparkeren willen we overstappen stimuleren en vermijden we parkeerdruk in de woongebieden;
  • doorstroming en aansluiting op hoofdwegen: we willen een vlotte afwikkeling op het interregionale hoofdwegennet garanderen, o.a. door een richtsnelheid op en het vervolledigen van het hoofdwegennet. Regionale aansluitingen worden verbeterd met rechtstreekse routes en aansluitingen in twee richtingen;
  • dynamisch verkeersmanagement voor optimale benutting: verkeersregelingen houden in de eerste plaats rekening met regionale fietsverbindingen, het A-net voor openbaar vervoer en de gewenste routes voor het wegverkeer. Dynamische regelingen die op het netwerkniveau met elkaar communiceren zorgen voor minder verliestijden en optimale doorstroming van de verschillende modi.

De procedure om tot het regionaal mobiliteitsplan te komen kende drie fases: de oriëntatiefase, de uitwerkingsfase en de fase van het definitieve beleidsplan en actieplan. Het resultaat van de oriëntatiefase was een oriëntatienota. De uitwerking daarvan gebeurde aan de hand van de opbouw van de strategische visie en operationele doelstellingen. Dit werd vertaald in de synthesenota. Tenslotte werd het eigenlijke ontwerp van het regionaal mobiliteitsplan opgemaakt. Dit bestaat uit het Routeplan 2030 zelf, aangevuld met 8 gebiedsgerichte nota’s over goederenvervoer, vervoer op maat, personenvervoer over water, doorstroming OV, feederlijnen OV, mobiliteitsknooppunten, parkeerstrategie en wegencategorisering. Het ontwerp regionaal mobiliteitsplan wordt begeleid door een ontwerp plan-MER, dat de milieueffecten van het mobiliteitsplan in beeld brengt.

Argumentatie

In september 2023 werden het voorlopig ontwerp van het regionaal mobiliteitsplan en het plan-MER voorlopig vastgesteld door de Vervoerregioraad Antwerpen.  Het openbaar onderzoek loopt van 31 oktober tot 29 december 2023. Aan de gemeenteraden wordt gevraagd advies te geven (periode van 90 dagen: 18 oktober 2023 - 17 januari 2024). 

Juridische grond

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.

Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het decreet op de basisbereikbaarheid van 3 april 2019.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 november 2020 over de regionale mobiliteitsplannen met integratie van de milieueffectrapportage.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 40-41 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd op basis van artikel 40-41 van het decreet lokaal bestuur

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad geeft voorwaardelijk positief advies over het ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan van de Vervoerregio Antwerpen en het ontwerp plan-MER mits rekening wordt gehouden met volgende punten: 

  1. Het lokaal bestuur wenst te benadrukken dat wanneer taken bij het lokaal bestuur worden gelegd, hier ook middelen tegenover moeten staan. Zo wordt op pg 71/107 van de plannota geschreven dat ook lokaal busvervoer deel kan blijven uitmaken van het Vervoer op Maat productengamma, verwijzend naar de Buurtbus die rijdt tussen en dankzij Malle, Zandhoven en Zoersel. Het is echter zo dat in 2021 de stekker werd getrokken uit deze Buurtbus omdat de kosten, zonder subsidies, voor een lokaal bestuur niet te dragen vallen. Een lokaal bestuur kan Vervoer op Maat dus niet versterken, tenzij zij hiervoor specifiek middelen krijgt. 
  2. Nota Feederlijnen pg 3 van 3 : de kleuren op de kaart zijn niet heel duidelijk. De feederlijnen, zoals ze op deze kaart op zouden moeten staan, zijn niet duidelijk op te merken. 
  3. Nota Parkeerstrategie pg 4 van 6 : de tekst in de kader van objectief 8 is niet volledig. 
  4. Uit pagina's 157 en 158 van het ontwerp plan MER valt op te maken dat bij uitvoering van het Routeplan, en dus aanleg van een A102, het totaal aantal PAE-km in Wijnegem toeneemt met 28%. Vervolgens wordt gesteld dat op het onderliggend wegennet er een verkeersafname is van meer dan 10%. Bijgevolg wordt hieruit verstaan dat de Houtlaan en Turnhoutsebaan drukker worden. Dit wordt onderaan pg 158 bevestigd, waar staat dat de kern van Wijnegem ten gevolge van de A102 een verkeerstoename zal kennen, weliswaar beperkt tot 1,8 %. 

Wijnegem zal op termijn haar Turnhoutsebaan vernieuwen. Deze nieuwe vorm zal uitgaan van het principe van een zone waar de maximale snelheid 30 km/u bedraagt. De gemeente wenst dat hier voldoende rekening mee wordt gehouden. Niet enkel bij de doorrekening van verkeersstromen en modellen. Ook wil zij met het invoeren van de zone 30 het doorgaand verkeer in haar kern net ontmoedigen. Dit staat natuurlijk haaks op een aanzuigeffect van wagens doorheen de Turnhoutsebaan op weg of van de A102. 

Het lokaal bestuur is zich ervan bewust dat het gehele vraagstuk over A102 thans uitgebreid bekeken en onderzocht wordt door De Nieuwe Rand. De Nieuwe Rand zal zij bijgevolg nauwgezet opvolgen. Op het ogenblik dat er duidelijkheid komt over de lopende onderzoeken, zal er verder standpunt ingenomen worden. Om die reden wenst het lokaal bestuur te benadrukken dat zij voor elk scenario de impact op Wijnegem wenst te laten onderzoeken in functie van de mogelijke aanleg van de A102.