Wanneer een niet-Belgisch kind, jonger dan 12 jaar, ingeschreven is in de registers en recht heeft op een verblijf in België, kan er een identiteitsbewijs worden aangevraagd. Voor niet-Belgische kinderen is er geen mogelijkheid tot het aanvragen van een elektronische identiteitskaart, zij kunnen enkel een (papieren) identiteitsbewijs aanvragen.
Het identiteitsbewijs vermeldt naast de identiteitsgegevens en de afstamming, ook de naam, het adres en het telefoonnummer van een contactpersoon in geval van nood.
Het identiteitsbewijs is maximum 2 jaar geldig of tot de leeftijd van 12 jaar. De geldigheidsduur van het identiteitsbewijs mag deze van de verblijfsvergunning van de wettelijke vertegenwoordiger niet overschrijden.
Het identiteitsbewijs vervalt:
Een identiteitsbewijs wordt enkel uitgereikt aan niet-Belgische kinderen jonger dan 12 jaar.
De ouder(s) of de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen, vragen het identiteitsbewijs aan bij de gemeente.
Bij de aanvraag van het identiteitsbewijs moet het kind ook aanwezig zijn, voor een vergelijking met de foto.
Dit nieuwe reglement laat toe retributie te heffen op het aanmaken van identiteitsbewijzen voor niet-Belgische kinderen jonger dan 12 jaar.
Het koninklijk besluit van 10 december 1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar.
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit.
De gemeenteraad beslist een retributie van 2 euro te heffen op de aanmaak van een identiteitsbewijs voor niet-Belgische kinderen onder de 12 jaar.
Dit reglement gaat in vanaf 1 januari 2023 en loopt tot en met 31 december 2025.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemandateerd om verdere prijswijzingen door te voeren.
In het huidig reglement van 16 december 2019 wordt een retributie geheven van 150 euro op het voltrekken van huwelijken en het registreren van samenlevingscontracten op zaterdag.
Een aantal huwelijken gaan ook door op vrijdagen en op brugdagen. Organisatorisch brengt dit extra werk met zich mee op vrijdag omwille van het feit dat het gemeentehuis dan ook geopend is en omwille van de wekelijkse markt die sowieso voor extra drukte zorgt. Een brugdag kan worden aanzien als een zaterdag omdat dit geen gewone werkdag is.
Het is billijk om de retributie op het voltrekken van huwelijken uit te breiden naar vrijdag, zaterdag en brugdagen, gezien de extra werkdruk.
In het huidig reglement wordt er eveneens een retributie geheven op de registratie van samenlevingscontracten op zaterdag. In de praktijk komt dit echter niet voor, waardoor de registratie van samenlevingscontracten uit het retributiereglement wordt verwijderd.
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit.
De gemeenteraad beslist om het retributiereglement op het voltrekken van huwelijken als volgt goed te keuren:
Artikel 1
Vanaf 1 januari 2023 tot en met 31 december 2025 wordt een retributie geheven op het voltrekken van huwelijken op vrijdag, zaterdag en een brugdag.
Artikel 2
Het tarief van de retributie bedraagt 150 euro per huwelijk op een vrijdag, zaterdag of brugdag (tussen 09.00 en 11.30 uur). Voor huwelijken die plaatsvinden tijdens de werkdagen (van maandag t/m donderdag tijdens de werkuren) wordt er geen retributie aangerekend.
Artikel 3
De retributie is verschuldigd door één van de aanvragers.
Artikel 4
De retributie moet voorafgaandelijk betaald worden door één van de aanvragers op het ogenblik van het opstellen van de akte van aangifte van het huwelijk. Deze betaling gebeurt tegen ontvangstbewijs. Wanneer de retributie niet betaald is, is het lokaal bestuur Wijnegem niet verplicht de dienst te leveren, die de aanvrager vrijwillig aangevraagd heeft.
Artikel 5
Indien deze dienst, aangeboden door lokaal bestuur Wijnegem, om welke reden dan ook niet kan plaatsvinden, dan zal de vergoeding door het lokaal bestuur terugbetaald worden aan de aanvrager die de vergoeding vooraf betaald heeft.
Artikel 6
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 177, voorziet in de mogelijkheid om een dwangbevel uit te vaardigen met het oog op de invoering van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen. Bij betwisting kan het gemeentebestuur zich tot de burgerlijke rechtbank wenden om de retributie in te vorderen. De rechtbanken van het arrondissement Antwerpen zijn bevoegd.
Artikel 7
Het retributiereglement op het voltrekken van huwelijken en het registreren van samenlevingscontracten van 16 december 2019 wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2023.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemandateerd om verdere prijswijzigingen door te voeren.
Het Agentschap Wegen en Verkeer wenst volgende diensten uit te voeren:
Pidpa wenst de volgende diensten uit te voeren:
Het lokaal bestuur wenst de volgende diensten uit te voeren:
Het Agentschap Wegen en Verkeer, Pidpa en het lokaal bestuur beslissen hogervermelde opdracht in het algemeen belang, samen te voegen en het Agentschap Wegen en Verkeer aan te duiden om in hun gezamenlijke naam bij de gunning en de uitvoering van de opdracht als aanbesteder op te treden, overeenkomstig artikel 48 van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016.
De aanbesteder staat, overeenkomstig de wetgeving op de overheidsopdrachten, in voor de gunning van de studieopdracht waarop voorliggende samenwerkingsovereenkomst betrekking heeft.
Deze omvat:
De aanbesteder maakt een studiebestek op en legt dit ter goedkeuring voor aan de andere partijen. De aanbesteder mag de studieopdracht slechts publiceren nadat alle partijen zich ondubbelzinnig akkoord hebben verklaard met de aanbestedingsdocumenten en zich formeel en uitdrukkelijk akkoord hebben verklaard met het aandeel in de studieopdracht dat ze financieel ten laste nemen.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst met titel ‘N112 Wijnegem: studieopdracht herinrichting doortocht inclusief rioleringsstudie’ goed.
Bij nazicht van de riolering in de Koolsveldlaan tussen Wommelgemsteenweg en Brouwerslaan, Wommelgemsteenweg tussen Koolsveldlaan en Wommelgem, de Eikenlaan en de Brouwerslaan is gebleken dat deze in zeer slechte staat is. Pidpa wenst hiervan gebruik te maken om een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen in deze straten. Het lokaal bestuur zal hierbij de straat volledig herinrichten als een weg voor zone 30 waardoor deze van gevel tot gevel zal vernieuwd worden. Tussen het lokaal bestuur en Pidpa werd een samenwerkingsovereenkomst opgemaakt en goedgekeurd in de gemeenteraad van 16 maart 2020.
Het college van burgemeester en schepenen van 13 augustus 2020 heeft de aanstelling van ontwerpbureau Groep Infrabo goedgekeurd. Na de eerste ontwerpen zijn er tijdens een publieke raadpleging op 10 maart 2022 suggesties door bewoners geformuleerd. Deze zijn in de huidige plannen, raming en bestek verwerkt.
Voor de weg- en rioleringswerken in Eikenlaan, Koolsveldlaan, Brouwerslaan en Wommelgemsteenweg is er een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met Pidpa. Er is een bestek opgemaakt met bijhorende raming dat thans ter goedkeuring voorligt.
In het bestek zijn uitvoeringstermijnen opgenomen die volgens de planning van de werken aan de brug voor het minste hinder zouden zorgen op het gebied van de Wijnegemse toegankelijkheid. Door het wijzigen van de planning van de nutsmaatschappijen bij de voorafgaande werken aan de brug is deze planning niet maar accuraat. Hierdoor zal het artikel 22 Uitvoeringstermijn aangepast worden. De planning zal bij aanvang met de aannemer afgesproken worden in functie van de vordering en planning van de werken aan de brug over het Albertkanaal aan de Turnhoutsebaan zodanig dat het minste verkeershinder bekomen wordt.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
Het bestek en de raming met projectnummer K-18-020 worden goedgekeurd.
De fasering van de werken in de Wommelgemsteenweg zullen afgestemd worden op de werken aan de brug over het Albertkanaal in het centrum van Wijnegem welke in opdracht van De Vlaamse Waterweg uitgevoerd worden, zodanig dat de toegang van de Uilenbaan en Oelegemsteenweg richting Wijnegem centrum steeds langs de Stokerijstraat of Wommelgemsteenweg gegarandeerd is. "Artikel 22 Uitvoeringstermijnen" van het bestek zal aangepast worden.
Het college wordt gemandateerd voor de verdere afwerking van het dossier.
Notaris Koen De Raeymaecker, Quinten Matsyslei 28, 2018 Antwerpen heeft een ontwerpakte opgemaakt met betrekking tot de kosteloze grondafstand aan de gemeente Wijnegem voor een perceel grond, deel van een perceel algemene delen op en met grond te Wijnegem, Maasakker 1-2-4, thans ten kadaster gekend onder kadastrale afdeling 11050 Wijnegem, sectie A nummer 0281XP0000, voor een oppervlakte van 10040 vierkante meter, met gereserveerd perceelnummer 281B2P0000.
Op het schepencollege van 27 januari 2022 is er beslist dat de definitieve overdracht van de grond aan de gemeente Wijnegem maar kan geschieden na het voldoen aan volgende zaken:
De nodige aanpassingen aan de groentaluds zijn gebeurd en dus kan er een definitieve overdracht van de grond plaats vinden.
Het eigendom maakt deel uit van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) 'Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen', definitief goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 19 juni 2009 en is opgenomen in woongebied, met name het 'Woongebied Merksemsebaan noord'.
Er werd een ontwerpakte opgemaakt door notaris Koen De Raeymacker, Quinten Matsyslei 28, 2018 Antwerpen, voor de kosteloze grondafstand.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
De gemeenteraad beslist de ontwerpakte van kosteloze grondafstand in het voordeel van gemeente Wijnegem goed te keuren.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om bij de akte te handelen in naam van de gemeente en het dossier verder af te werken.
Volgende aanvraag tot omgevingsvergunning werd ingediend bij het Departement Omgeving: projectnummer omgevingsloket: OMV_2021146532 (Projectnummer gemeente: OMV/2022/00112/PROJECT): de heer Bernard d’ Ocquier en de heer Christophe Mignot voor ROYAWYN, Troonplein 1, 1000 Brussel en de heer Patrick Meutermans, Arthur Verhoevenlaan 32, 2900 Schoten en Celsius Holding Belgium, Louizalaan 235, 1050 Elsene voor Wijnegem Shop Eat Enjoy tot het uitbreiden en verbouwen van een shoppingcenter, een verandering van de ingedeelde activiteiten, het wijzigen van de vergunde kleinhandelsactiviteit en het verwijderen van vegetatie en de opheffing van een gemeenteweg (voetweg nr. 30 uit Atlas der Buurtwegen) langs de Turnhoutsebaan 5, 2110 Wijnegem.
Het omgevingsdossier bevat een rooilijnplan met aanduiding van de af te schaffen buurtweg nr. 30 en een schattingsverslag van landmeterkantoor J+T Collin, opgemaakt door Thomas Collin, landmeter-expert.
Opheffing gemeenteweg – voetweg 30
Het tracé van de voetweg nr. 30 (Kavel VW1 op het rooilijnplan), gelegen op het eigendom kadastraal gekend afdeling 1, sectie B deel van nummer 10 E2 betreft het in rood gearceerd gedeelte, gelegen binnen de afbakeningslijnen zoals vermeld op het rooilijnplan gevoegd bij het omgevingsdossier. Volgens het schattingsverslag opgemaakt door landmeter-expert Thoman Collin bedraagt de oppervlakte van deze af te schaffen gemeenteweg 296,45m² op perceel 10E2.
De meer- of minderwaarde ten gevolge van de afschaffing van het tracé van de voetweg nr. 30 dat gelegen is op het eigendom te 2110 Wijnegem, Turnhoutsebaan 5, in het kadaster gekend als gemeente Wijnegem, 1e afdeling, sectie B, deel van nummer 10 E2 wordt geschat op 0 euro. In de feiten is deze gemeenteweg verdwenen omdat deze werd bebouwd door een rechtsgeldige, niet vervallen vergunning (parkeergarage).
De opheffing van de gemeenteweg wordt verantwoord, rekening houdende met de principes opgenomen in het decreet gemeentewegen. Als gevolg van de verleende vergunningen op de projectsite waarbij constructies werden opgericht over de bedding van de betrokken gemeenteweg, is deze gemeenteweg (voetweg 30) in onbruik geraakt. De bestaande vergunde parkeergarage op de projectsite, grenzend aan de Turnhoutsebaan, heeft deze gemeenteweg grotendeels ingenomen. Het zou de verkeersveiligheid niet ten goede komen als de trage weggebruiker doorheen de projectsite wordt geleid via het huidige tracé opdat een parkeergarage en parkeerplaatsen op maaiveldniveau worden doorkruist.
De openbare fiets- en voetpaden bevinden zich rondom de projectsite en zorgen voor een veilig alternatief. Langs de Turnhoutsebaan, Krijgsbaan en Dorenboslaan zijn comfortabele fiets- en/of voetpaden gelegen. De interne trage verbindingen voor de bezoekers zijn georganiseerd binnen de globale inrichting van Wijnegem Shop Eat Enjoy.
Er kan in alle redelijkheid worden geoordeeld dat de site vlot bereikbaar is met de fiets, gelet op voormeld beschreven fietsinfrastructuur of het openbaar vervoer, gelet op de aanwezigheid van tram- en bushaltes ter hoogte van Wijnegem Shop Eat Enjoy.
Resultaten openbaar onderzoek
Verwijzend naar artikel 47 van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning neemt de gemeenteraad kennis van de bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Op volgende data werden bezwaarschriften en/of opmerkingen ingediend via het omgevingsloket of schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen van lokaal bestuur Wijnegem:
Deze bezwaren kunnen als volgt worden samengevat:
Bioscoopzalen, parking binnen bufferzone en andere activiteiten:
Mobiliteit:
Hinder:
Terrassen:
Behoefte en negatieve invloed op bestaande winkelkernen (lokale middenstand):
Noot:
Naar aanleiding van de ingediende bezwaren in het kader van het openbaar onderzoek heeft het schepen college volgend standpunt ingenomen:
"Als gemeente kunnen wij waarderen dat het winkelcentrum wil investeren om het hedendaags te
houden. Positief is het verduurzamen van de huidige site. Zo wordt er extra groen voorzien, komt er
geen verharding bij en worden er duurzame ingrepen in het huidige en nieuwe gebouw genomen.
Verder kan een uitbreiding ook zorgen voor extra werkgelegenheid in onze gemeente. Het college van
burgemeester en schepenen sluit zich aan bij de negatieve adviezen van het Agentschap Wegen en
Verkeer (AWV) en het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) en deelt de bezorgdheid
aangaande mobiliteit en parkeren. Ook kan het college van burgemeester en schepenen zich vinden in
het advies van IGEAN rond het optimaal bufferen en hergebruiken van regenwater.
Verder delen we enkele opmerkingen/bezorgdheden uit het openbaar onderzoek:
Tot slot is er de vraag aan Wijnegem Shop Eat Enjoy om een actieplan op te stellen rond de modal shift met concrete acties en om een convenant af te sluiten tussen de buurt, Wijnegem Shop Eat Enjoy en de lokale overheid met daarin de belangrijkste afspraken rond mobiliteit en leefbaarheid."
Het is aan de vergunningverlenende overheid om een standpunt in te nemen over de inhoud van de ingediende bezwaarschriften (Vlaamse Regering).
Het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, meer bepaald artikel 31 § 1 en artikel 47.
Het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019, meer bepaald artikels 3, 4, 6, 8 en 12 § 2, na wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning met betrekking tot het openbaar onderzoek, meer bepaald artikel 47.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 3 november 2022 met betrekking tot het advies voor de omgevingsvraag van Wijnegem Shop Eat Enjoy.
De gemeenteraad beslist om de opheffing van de gemeenteweg (voetweg 30) zoals aangeduid op het rooilijnplan opgemaakt door landmeterkantoor J+T Collin en gevoegd bij het omgevingsdossier (Projectnummer omgevingsloket: OMV_2021146532), goed te keuren.
De gemeenteraad beslist akkoord te gaan met de berekening van de min- of meerwaarde, opgemaakt via een schattingsverslag van landmeter-expert Thoman Collin. Er is geen sprake van een min- of meerwaarde (0 euro).
Een uittreksel van dit besluit wordt binnen de 10 dagen overgemaakt aan de gewestelijke omgevingsvergunningscommissie.
Op de gemeenteraad van 17 oktober 2022 werd de aansluiting op het Vastgoedinformatieplatform en vernieuwing retributiereglement voor vastgoedinformatie goedgekeurd.
Op 22 november 2022 stuurde Digitaal Vlaanderen een mail dat de gekozen kostprijsberekening niet operationeel zou zijn op de opgelegde startdatum tussen 6 december 2022 en 6 januari 2023 (Wave 2). Daarom stellen zij voor om gemeente Wijnegem te verplaatsen naar wave 6 met als startdatum 1 februari 2023.
Dit houdt ook in dat vastgoedinformatie in Wijnegem pas vanaf 1 februari 2023 aangevraagd kan worden via het Vastgoedinformatieplatform.
Via het Vastgoedinformatieplatform zijn er 2 mogelijke kostprijsberekeningen: optie 1 is per kadastraal perceel en optie 2 is per aanvraag met een maximum van 5 percelen per aanvraag.
De administratie van lokaal bestuur Wijnegem adviseerde om voor optie 2 te gaan aangezien er in Wijnegem een aantal plaatsen zijn waar de woning en de omliggende tuin twee aparte kadastrale percelen zijn en er dan 2 keer betaald zou moeten worden.
Gezien er via het Vastgoedinformatieplatform wel al een voorafbetaling gebeurt door de aanvrager, zou er dus mogelijks foutief per capakey aangerekend worden, in het geval van aangrenzende percelen. Aangezien we niet kunnen inschatten over hoeveel gevallen het zou gaan en manuele opvolging/terugbetaling mogelijks te arbeidsintensief zou zijn, stelt Digitaal Vlaanderen voor om het aansluitingsmoment voor Wijnegem en andere besturen die kozen voor kostprijsberekening 2 uit te stellen naar woensdag 1 februari 2023. Deze datum werd ook reeds afgestemd met Geo-IT.
De grondwet, meer bepaald artikel 173.
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, meer bepaald de artikelen 5.2.1, 5.2.5, 5.2.6 en 5.2.7.
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit.
Het gemeenteraadsbesluit van 20 mei 2019 betreffende de retributie voor administratieve prestaties, vastgoedinformatie en energieprestatiecertificaten.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 29 september 2022 betreffende de implementatie en koppeling software voor het vastgoedinformatieplatform.
Het gemeenteraadsbesluit van 17 oktober 2022 betreffende de aansluiting bij het Vastgoedinformatieplatform en de vernieuwing van het retributiereglement vastgoedinformatie.
De gemeenteraad trekt de beslissing van het retributiereglement voor vastgoedinformatie van 17 oktober 2022 in en vervangt dit integraal door volgend besluit:
Artikel 1
Definities:
1° vastgoedinformatie: gebouw-, grond- of omgevingsgebonden gegevens inzake een onroerend goed, inclusief informatie met betrekking tot het juridische, administratieve of fysieke statuut van dit onroerend goed;
2° lokale gegevensbron: vastgoedinformatie die een gemeente of de rechtspersonen die ervan afhangen, beheert;
3° centrale gegevensbron: vastgoedinformatie die een Vlaamse instantie of een externe overheid beheert;
4° Vastgoedinformatieplatform of VIP: elektronisch informatiesysteem voor de ontsluiting, samenvoeging en veilige gegevensdeling van vastgoedinformatie tussen aanleverende entiteiten en aanvragers;
5° vastgoeddossier: de combinatie van verschillende datasets, samengesteld uit vastgoedinformatie met betrekking tot een perceel, of een onderdeel, die op aanvraag wordt ontsloten door de aanleverende entiteit, door Digitaal Vlaanderen wordt samengevoegd en door de lokale overheid ter beschikking wordt gesteld aan de aanvrager;
6° externe overheid: overheidsinstanties, vermeld in artikel I.3, 8° van het bestuursdecreet van 7 december 2018;
7° Vlaamse instantie: elk van de volgende overheidsinstanties:
8° aanvrager: de notaris of vastgoedmakelaar die in het kader van zijn beroepsactiviteiten of taken van algemeen belang die bij of krachtens een supranationale of wetskrachtige norm bepaalde vastgoedinformatie nodig heeft en daartoe een aanvraag via het VIP doet;
9° algemene verordening gegevensbescherming: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;
10° persoonsgegevens: de gegevens, vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming;
11° verwerking: een verwerking als vermeld in artikel 4, 2), van de algemene verordening gegevensbescherming;
12° verwerkingsverantwoordelijke: een verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming;
13° betrokkene: een betrokkene als vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming.
Algemeen:
Het lokaal bestuur verzamelt de opgevraagde vastgoedinformatie uit lokale gegevensbronnen. Het lokaal bestuur doet een beroep op het VIP om vastgoedinformatie uit centrale gegevensbronnen op te halen en samen te voegen met het vastgoeddossier. Het lokaal bestuur stelt het vastgoeddossier via het Vastgoedinformatieplatform aan de aanvrager ter beschikking.
In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van het vastgoeddossier, verwerkt het lokaal bestuur die gegevens met als doeleinde de aanvragers samengevoegde vastgoedinformatie uit centrale en lokale gegevensbronnen ter beschikking te stellen in het kader van hun beroepsactiviteiten of in het kader van taken van algemeen belang die bij of krachtens een supranationale of wetskrachtige norm zijn bepaald.
Met ingang van 1 februari 2023 wordt ten voordele van het lokaal bestuur een retributie geheven op aanvragen, gedaan via het Vastgoedinformatieplatform, tot het verkrijgen van het vastgoeddossier.
Verschuldigde:
De retributie is verschuldigd door de aanvrager.
Bedrag:
Het bedrag van de retributie wordt vastgelegd als volgt:
Voorwerp aanvraag | Retributiebedrag |
Vastgoeddossier | 80,00 euro |
De aflevertermijn voor het vastgoeddossier bedraagt maximum 30 dagen.
Invorderingswijze:
De onbetwiste en opeisbare retributie wordt bij niet-betaling ingevorderd conform artikel 177, tweede lid, van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
De betwiste en opeisbare retributie wordt bij niet-betaling burgerrechtelijk ingevorderd.
Artikel 6
Verwerking van persoonsgegevens:
1° In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van het vastgoeddossier, treedt het lokaal bestuur voor de doeleinden omschreven in artikel 2 op als verwerkingsverantwoordelijke.
2° Het lokaal bestuur verwerkt voor de doeleinden omschreven in artikel 2 persoonsgegevens met betrekking tot de volgende categorieën van betrokkenen:
3° Het lokaal bestuur verwerkt voor de doeleinden omschreven in artikel 2 volgende categorieën van persoonsgegevens:
4° Het lokaal bestuur bewaart de persoonsgegevens die het verwerkt, niet langer dan noodzakelijk is om de doeleinden, vermeld in artikel 2, te bereiken en conform artikel III.87, §1 van het bestuursdecreet van 7 december 2018, of tot de betrokkene vraagt om de persoonsgegevens die het lokaal bestuur verwerkt, te verwijderen, conform de voorwaarden, vermeld in de algemene verordening gegevensbescherming. De archiveringstermijn van de persoonsgegevens bij het lokaal bestuur bedraagt 3 jaar overeenkomstig de bepalingen van de Selectielijst voor Vlaamse gemeentearchieven.
5° Het lokaal bestuur doet een beroep op het Agentschap Digitaal Vlaanderen voor de doeleinden omschreven in artikel 2. Het Agentschap Digitaal Vlaanderen treedt in dit kader op als verwerker van het lokaal bestuur dat de verwerkingsverantwoordelijke is. De modaliteiten van de verwerking zijn geregeld in de verwerkingsovereenkomst in bijlage.
Ondertekening:
De vastgoeddossiers die het lokaal bestuur via het Vastgoedinformatieplatform ter beschikking stelt, worden niet ondertekend aangezien het vastgoeddossier een louter informatief document betreft dat geen beleidsmatige stellingname inhoudt en niet kwalificeert als stuk of briefwisseling in de zin van artikel 279 van het decreet lokaal bestuur.
Vervanging voorgaande reglementering:
Dit reglement vervangt vanaf 1 januari 2023 alle retributiereglementen die betrekking hebben op vastgoeddossiers, die vanaf de bekendmaking van dit reglement kunnen worden aangevraagd via het Vastgoedinformatieplatform.
Bekendmaking:
Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
Op de gemeenteraad van 16 oktober 2017 werd het retributiereglement op het parkeren in een blauwe zonereglementering goedgekeurd. Dit reglement moet ervoor zorgen dat de inname van de parkeerplaatsen, die zich bevinden op verschillende locaties in het centrum van Wijnegem, beperkt blijft in de voorziene tijd van 30 minuten. Op de gemeenteraad van 16 december 2019 werd de retributie geïndexeerd.
Gezien de stijging van de kostprijs voor de controle op dit retributiereglement wordt de retributie verhoogd tot 30 euro per dag voor elke periode die langer is dan deze die gratis is.
In 2017 werd de gunning toegekend aan APCOA Parking Belgium NV voor een bedrag van 752,62 euro per maand (incl BTW), voor een periode van 4 jaar. De opbrengst van de retributies is ten voordele van het gemeentebestuur. Voor 2017 en 2018 was dit 20 euro per retributie, vanaf 2019 werd dit geïndexeerd tot 21 euro per retributie.
De nieuwe gunning voor 2021 hield een forse prijsstijging in tot 1.615,86 euro per maand (incl BTW). Het bedrag van de retributie werd niet aangepast.
Het college keurde op 20 oktober 2022 de verlenging van de gunning aan APCOA Parking Belgium NV goed.
Om voldoende kostendekkend te zijn, wordt de retributie verhoogd tot 30 euro per retributie.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Het decreet van 9 juli 2010 houdende de invordering van parkeerheffingen door parkeerbedrijven, waarbij aan de gemeenten wordt toegestaan parkeergeld op motorrijtuigen in te voeren.
Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens, meer bepaald artikelen 10/1 tot en met 10/3.
Het KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg (Wegcode), meer bepaald artikel 27.
Het ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor mensen met een handicap.
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit.
Het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 betreffende de retributie op parkeren in een blauwe zonereglementering.
Het gemeenteraadsbesluit van 16 oktober 2017 betreffende het retributiereglement op het parkeren.
De gemeenteraad beslist om het retributiereglement op parkeren in een blauwe zonereglementering als volgt goed te keuren:
Artikel 1
Vanaf 1 januari 2023 en voor een periode eindigend op 31 december 2025 wordt er een retributie gevestigd voor het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg of op de plaatsen gelijkgesteld aan de openbare weg.
Dit reglement beoogt het parkeren van een motorvoertuig op plaatsen waar parkeren is toegelaten én waar een blauwe zonereglementering van toepassing is.
Behalve wanneer bijzondere voorwaarden zijn aangebracht op de signalisatie, is het gebruik van de schijf voorgeschreven van 09.00 tot 18.00 uur op de werkdagen en voor een maximumduur van twee uren, overeenkomstig artikel 27.1.2 van het Koninklijk Besluit van 1 december 1975.
Artikel 2
De retributie wordt als volgt vastgesteld:
De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van de parkeerschijf, overeenkomstig artikel 27.1.1 van het Koninklijk Besluit van 01 december 1975.
Artikel 3
Het parkeren van voertuigen gebruikt door personen met een handicap is gratis. Het statuut van “persoon met een handicap” wordt beoordeeld op het ogenblik van het parkeren door het aanbrengen op een zichtbare plaats achter de voorruit van het voertuig van de kaart uitgereikt overeenkomstig het ministerieel besluit van 7 mei 1999.
Artikel 4
De retributie is verschuldigd door de houder van de nummerplaat van het voertuig.
Artikel 5
De retributie is verschuldigd zodra het voertuig de tijd heeft overschreden die gratis is.
Artikel 6
Als de parkeerschijf niet zichtbaar achter de voorruit is geplaatst, wordt de gebruiker steeds geacht te kiezen voor de betaling van het in artikel 2 bedoelde forfaitaire tarief.
Artikel 7
Bij toepassing van het forfaitaire systeem brengt de aangestelde van de gemeente een uitnodiging om de retributie binnen de 14 dagen te betalen aan op de voorruit van het voertuig. De retributie wordt betaald in overeenstemming met de richtlijnen vermeld op het parkeerbiljet dat door de aangestelde van de gemeente wordt aangebracht.
Artikel 8
In geval van niet betaling van een onbetwiste retributie binnen de voorgeschreven termijn, wordt een gratis herinnering verzonden door de aangestelde van de gemeente. Bij het uitblijven van een gevolg zal de retributie verhoogd worden met 10 euro voor het versturen van een aanmaning per aangetekende brief.
Artikel 9
De gebruiker kan geen verhaal indienen wanneer hij, niettegenstaande het vereffenen van de retributie, toch niet mag parkeren wegens een reden vreemd aan de wil van het gemeentebestuur of in geval van verplichte evacuatie van de voertuigen bij politiebevel.
Artikel 10
In geval van betwisting zijn de rechtbanken van het gerechtelijke arrondissement van Antwerpen bevoegd. Artikel 177 van het decreet lokaal bestuur voorziet in de mogelijkheid om een dwangbevel uit te vaardigen met het oog op de invordering van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen. Bij betwisting kan het lokaal bestuur zich tot de burgerlijke rechtbank wenden om de retributie in te vorderen.
Artikel 11
Dit retributiereglement vervangt alle voorgaande reglementen inzake deze materie vanaf 1 januari 2023.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemandateerd om verdere prijswijzingen door te voeren.
De wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen tot uitzetting, werd sinds 1 september 2021 opgeheven door de Wet van 4 februari 2020 houdende boek 3 'Goederen' van het Burgerlijk Wetboek.
Daar waar de gemeente volgens de oude wet al na zes maanden eigenaar werd van het gevonden voorwerp, wordt de gemeente nu slechts eigenaar vijf jaar na de opname in het register, voor zover de oorspronkelijke eigenaar zich niet kenbaar heeft gemaakt.
De gemeente of de vinder moet redelijke pogingen ondernemen om de eigenaar terug te vinden.
De gemeente mag wel na zes maanden 'te goeder trouw en op een economisch verantwoorde wijze’ beschikken over de zaak (met uitzondering van voorwerpen die vatbaar zijn voor bederf, die onderhevig zijn aan snelle waardevermindering of schadelijk zijn voor de openbare hygiëne, gezondheid of veiligheid en fietsen, waarvoor de bewaartermijn van drie maanden geldt).
Concreet houdt dit beschikkingsrecht in dat de gemeente na de bewaartermijn (van 3 of 6 maanden) 4 opties heeft:
De gemeente heeft een retentierecht, zolang de eigenaar de verplichting tot vergoeding van de redelijke kosten van bewaring, behoud en opsporing niet heeft nagekomen.
Een toewijzingsreglement beoogt in eerste instantie een duidelijk kader voor het toewijzen van goederen. Goederen kunnen in eerste instantie via het sociaal huis worden toegewezen aan de meest kwetsbare burgers van de gemeente. Daarnaast wordt er gekozen om de goederen te schenken aan lokale sociale initiatieven en zoveel mogelijk goederen een herbestemming te geven via circulaire economie zoals De Kringwinkel.
De gemeente is verantwoordelijk voor de opmaak van het register van gevonden voorwerpen. Dit register wordt beheerd door de medewerkers van de dienst werken, de locatie waar de gevonden goederen in bewaring worden gehouden. Het register kan door alle medewerkers van het lokaal bestuur met een onthaalfunctie aangevuld en geraadpleegd worden, om zo de vinders of de eigenaars die op zoek zijn naar een verloren voorwerp zo efficiënt mogelijk verder te helpen.
De politiezone Minos bezorgt de verloren voorwerpen die bij de politiepost afgeleverd werden en die in Wijnegem gevonden zijn aan de dienst werken, met uitzondering van goederen die identificeerbaar zijn zoals portefeuilles en sleutels, deze worden in bewaring gehouden op het wijkkantoor van de politiezone Minos. Anderzijds bezorgt de dienst werken de identificeerbare goederen die bij hen werden afgegeven aan de politiezone Minos. Deze goederen worden wel in het register mee opgenomen.
De gemeente moet een redelijke poging doen om de eigenaar van de zaak terug te vinden. Gevonden fietsen worden op de website www.gevondenfietsen.be gepubliceerd, andere goederen worden gepubliceerd op de website van de gemeente, met uitzondering van kleding die worden doorgegeven via Shop Eat Enjoy Wijnegem.
Tot op heden werd er jaarlijks een openbare verkoop gehouden. Dit veroorzaakt problemen in het magazijn wegens gebrek aan opslagruimte.
Aangezien de gemeente na zes maanden (voor fietsen na 3 maanden) over de goederen mag beschikken, waarbij vernietiging, schenking en verkoop worden gezien als mogelijke wijzen van beschikking, kan volgende werkwijze, na de bewaartijd, worden toegepast:
Zo kan er sneller plaats gemaakt worden in het magazijn.
In het geval dat de rechtmatige eigenaar zich aandient binnen de vijf jaar na registratie zal hij, voor zover het voorwerp weggeschonken werd, de waarde van het voorwerp op het moment van de schenking vergoed moeten krijgen, na aftrek van de kosten van bewaring, behoud en opsporing. De schatting van het voorwerp mag gebeuren door iemand van de administratie (bijvoorbeeld door middel van vergelijking op internet of raadpleging van iemand uit het vak).
De bewaarkosten kunnen dus aangerekend worden voor de termijn dat de gemeente het goed effectief in bewaring heeft (dus van datum dat het werd in bewaring genomen tot de verkoop, schenking, vernietiging) en worden als volgt vastgesteld:
Indien het goed reeds weggeschonken is, zullen de bewaarkosten worden beperkt tot de waarde van het goed op het moment van de schenking.
Er zal geen openbare verkoop meer worden georganiseerd. De wet zegt : indien het voorwerp verkocht werd, dient de opbrengst van de verkoop te worden uitbetaald aan de eigenaar, eveneens na aftrek van de kosten van bewaring, behoud en opsporing.
Het voorwerp zelf kan niet worden teruggevorderd, en in de wet is ook geen navolging voorzien ten aanzien van nieuwe eigenaars of bewaarnemers.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 177 betreffende het debiteurenbeheer.
De wet van 4 februari 2020 houdende boek 3 “Goederen” van het Burgerlijk Wetboek, Artikel 3.58 en volgende van het Burgerlijk Wetboek - Boek 3 - Titel 3: Eigendomsrecht.
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit.
De gemeenteraad keurt de werkwijze rond de registratie, de bewaring en de herbestemming van gevonden voorwerpen goed.
Er wordt een retributie geheven op het bewaren, verplaatsen en mogelijk vernietigen van gevonden voorwerpen op het gemeentelijk grondgebied. De tarieven zoals bepaald in artikel 4 omvatten ook de administratieve kosten die gemaakt worden voor het opzoeken van de oorspronkelijke eigenaar.
De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die eigenaar of bezitter is van de in bewaring genomen voorwerpen of die het bezit ervan bij teruggave vordert.
De tarieven van het retributiereglement voor gevonden voorwerpen worden als volgt vastgesteld:
1. Bewaarkosten
2. Transportkosten door eigen diensten:
3. De gemaakte kosten door externe diensten omtrent bewaring, transport en mogelijke vernietiging van het goed worden rechtstreeks verhaald op de eigenaar.
De retributie is niet verschuldigd voor goederen die door een uithuisuitzetting zijn verkregen.
De eigenaar wordt vrijgesteld van de retributie voor een termijn van twee weken na het vinden van het voorwerp, of indien de eigenaar een proces verbaal van diefstal kan voorleggen.
Indien het goed reeds weggeschonken is, zullen de bewaarkosten worden beperkt tot de waarde van het goed op het moment van de schenking.
Deze retributie dient onmiddellijk betaald te worden wanneer de goederen worden opgehaald. De goederen worden pas vrijgegeven na het betalen van de retributie.
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023 en eindigt op 31 december 2025.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemandateerd om verdere prijswijzingen door te voeren.
Artikel 12 van het Materialendecreet verbiedt om afvalstoffen achter te laten in strijd met de voorschriften van het decreet of zijn uitvoeringsbesluiten. Sluikstorten wordt uitdrukkelijk beschouwd als een milieumisdrijf (zie artikel 16.1.2, 2° van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)).
Voor het lokaal bestuur zijn er 3 manieren mogelijk om op te treden tegen sluikstorten. Er kan gebruik gemaakt worden van bestuurlijke of strafrechtelijke maatregelen volgens titel XVI van het DABM, of er kan gebruik gemaakt worden van GAS-boetes. Deze worden door het lokaal bestuur aangewend voor de handhaving van kleine vormen van openbare overlast. Daarnaast kan het lokaal bestuur de opruimingskosten verhalen op de sluikstorter via een retributie.
Het lokaal bestuur en de inwoners worden regelmatig geconfronteerd met afvalstoffen die worden achtergelaten op niet-reglementaire wijze.
Het is noodzakelijke dat sluikstort zo vlug mogelijk verwijderd wordt, omdat dit past in een algemeen streven naar een nette en leefbare gemeente.
Het verwijderen en verwerken van deze achtergelaten afvalstoffen vergt extra inspanningen van de diensten van het lokaal bestuur en gaat gepaard met extra kosten.
De kosten voor het opruimen van sluikstort kunnen worden verhaald op degene die het misdrijf heeft begaan. De retributie voor het opruimen van sluikstorten dekt de kost voor het ruimen van het afval, inclusief de kosten voor het ingezette materieel en personeel. Het lokaal bestuur kan de afvalstoffen door eigen personeel laten opruimen of door derden. De retributie kan slechts louter kostendekkend zijn. Daarbij wordt rekening gehouden met:
De retributie kan eventueel gecombineerd worden met een GAS-boete of een bestuurlijke of strafrechtelijke sanctie volgens het milieuhandhavingsdecreet. Vanwege het non bis in idem-beginsel in strafzaken, is het in dat geval uitgesloten dat in de retributie forfaitaire administratieve kosten inbegrepen zijn voor het weghalen en wegbrengen van het gesluikstorte afval. Het non bis in idem-beginsel verzet zich immers niet tegen het bestaan van verschillende sanctioneringsmogelijkheden naast elkaar, maar wel tegen de cumulatieve toepassing van deze sancties voor dezelfde feiten ten aanzien van eenzelfde persoon.
Het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, meer bepaald artikel 16.1.2. 2° en 16.6.3 § 2.
Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet), meer bepaald artikel 12 § 1.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
De omzendbrief KB/ABB 201.912 van 15 februari 2019 omtrent de gemeentefiscaliteit.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA).
Het uniform politiereglement van de politiezone Minos, goedgekeurd op de gemeenteraad van 1 juli 2020.
De gemeenteraad beslist het retributiereglement voor het verwijderen en verwerken van sluikstort als volgt goed te keuren:
Artikel 1
Grondslag retributie en geldigheidstermijn
Vanaf 1 januari 2023 tot en met 31 december 2025 wordt een retributie vastgesteld voor het verwijderen en verwerken van afvalstoffen, achtergelaten op niet-reglementaire wijze.
Artikel 2
Retributieplichtige
De retributie is verschuldigd door de persoon die de afvalstoffen achtergelaten heeft. De persoon die de opdracht of de toelating gaf of de eigenaar van de afvalstoffen is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de retributie. Wat betreft hondenpoep is de begeleider of diegene die voor hem/haar burgerlijk aansprakelijk is, de retributie verschuldigd.
Retributietarief en berekeningswijze
De retributie wordt als volgt berekend en vastgesteld:
Betalingswijze en -termijn
De retributie is verschuldigd na het verstrekken van de dienst en dit op basis van een door het lokaal bestuur toegezonden betalingsverzoek.
De retributie dient betaald te worden via overschrijving op de bankrekening van het lokaal bestuur binnen de dertig dagen na toezending van het betalingsverzoek.
Bij gebrek aan betaling binnen deze termijn, zal het verschuldigde bedrag worden ingevorderd op basis van artikel 177 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 of via een procedure bij de burgerlijke rechtbank.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemandateerd om verdere prijswijzingen door te voeren.
Het college besloot op 22 oktober 2020 om in het kader van het project ‘Deel de zon’, na het plaatsen van zonnepanelen op het dak van ’t Gasthuis, een elektrische deelwagen van Partago CVBA te plaatsen.
De elektrische wagen van Partago, genaamd Winnie, werd in de winter van 2020 geplaatst.
Er werd een parkeerplaats gereserveerd aan een Allego laadpaal op de parking van ’t Gasthuis, achter de garage en hoogspanningscabine van Fluvius.
Er werd besloten de Partago wagen meer zichtbaarheid te geven, door haar vaste standplaats te verhuizen naar de voorkant van de parking van ’t Gasthuis, dichter bij de Turnhoutsebaan.
Om deze verhuis mogelijk te maken, moest er op deze plek een laadpaal bijkomen.
Ecopower is een partner in het Interregproject ‘Deel de zon’. Zij hebben intussen een nieuwe publieke laadpaal geplaatst op het openbaar domein, zijnde het deel parking van ’t Gasthuis vooraan, naast het politiekantoor. Zij wil deze laten exploiteren door een ‘charge point operator (CPO)’. Hiertoe moet nog een concessieovereenkomst voor publieke laadpalen voor elektrische vervoer worden ondertekend.
Op 14 november 2022 ontving het lokaal bestuur van Ecopower een overeenkomst om een concessie voor de laadpaal toe te staan. Er werd door Zuidtrant meegedeeld dat binnen het project Deel de zon het belangrijk was dat deze overeenkomst per kerende ondertekend zou worden.
Op 24 november 2022 besloot het college deze concessieovereenkomst goed te keuren en vervolgens ter bekrachtiging voor te leggen aan de gemeenteraad.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 22 oktober 2020 betreffende de plaatsing van een elektrische deelwagen van Partago CVBA.
De gemeenteraad beslist om de beslissing van het schepencollege betreffende de concessieovereenkomst voor publieke laadpalen voor elektrisch vervoer te bekrachtigen.
Het huidig reglement is opgemaakt in 2013 en voldoet niet meer aan de huidige situatie.
Het lokaal bestuur wenst met de UiTPAS meer in te zetten op korting voor Wijnegemnaars in kwetsbare situaties. De korting voor alle Wijnegemnaren vervalt hierdoor.
Het lokaal bestuur wenst de erkenning van de vakantie-initiatieven gelijk te trekken met de erkenning van andere verenigingen en de erkenning toe te kennen voor de hele bestuursperiode.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 19 december 2013 betreffende de erkenning van publieksgerichte vakantie-initiatieven.
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit.
De gemeenteraad beslist het reglement voor de erkenning van publieksgerichte vakantie-initiatieven als volgt goed te keuren:
Artikel 1
De publieksgerichte vakantie-initiatieven voor kinderen en jongeren die voldoen aan volgende voorwaarden worden erkend door de gemeenteraad:
Wanneer het publieksgerichte vakantie-initiatief wordt erkend geniet de initiatiefnemer volgende voordelen:
Een aanvraag moet minstens een omschrijving bevatten van de activiteit, de doelgroep, de begeleiding, de locatie, de maximale bezetting, de tarieven en de jaarplanning.
De toegekende erkenning is geldig voor de lopende legislatuur of tot het vakantie-initiatief niet meer voldoet aan de vermelde erkenningsvoorwaarden. Elke relevante verandering moet door het vakantie-initiatief gemeld worden aan de jeugdconsulent of diens vervanger.
Na het hernieuwen van de gemeenteraad moeten alle vakantie-initiatieven hun erkenning opnieuw aanvragen.
Het reglement gaat in vanaf 1 januari 2023 om te eindigen op 31 december 2025 en heft alle voorgaande reglementen over de erkenning van publieksgerichte vakantie-initiatieven op.
Minstens een keer per jaar wordt het meerjarenplan aangepast, waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld. Als dat nodig is, kunnen daarbij ook de kredieten voor het lopende boekjaar worden aangepast. Daarnaast kan het meerjarenplan, als dat nodig is, ook worden aangepast om alleen de kredieten voor het lopende boekjaar aan te passen. Bij elke aanpassing van het meerjarenplan wordt het resultaat van de intussen vastgestelde jaarrekeningen verwerkt. De periode van het meerjarenplan blijft altijd de periode, vermeld in artikel 254, tweede lid van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen, maar de financiële nota beschrijft altijd de financiële consequenties voor ten minste drie toekomstige boekjaren, in casu 2023, 2024 en 2025. Een aanpassing van het meerjarenplan omvat minstens een aangepaste financiële nota, een toelichting en de eventuele wijzigingen van de strategische nota.
De jaarlijkse actualisatie van het meerjarenplan is een verplichting opgelegd door het decreet lokaal bestuur.
Voor de besluitvorming is het zoals de vorige jaren noodzakelijk dat de OCMW-raad eerst zijn deel van het meerjarenplan vaststelt, vervolgens stelt de gemeenteraad zijn deel van het meerjarenplan vast en ten slotte keurt de gemeenteraad het deel goed dat de OCMW-raad heeft vastgesteld. Om te vervolledigen, laten we de gemeenteraad ook het geïntegreerd meerjarenplan vaststellen. Voor startjaar 2020 kwam het meerjarenplan tot stand op basis van onder meer een interne en externe omgevingsanalyse, sterkte en zwakteonderzoeken, Wijnegem Spreekt, de 17 duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, het bestuursakkoord en de inbreng van het personeel en het management. Voor deze actualisatie ligt de focus op de verdere uitvoering van het initiële plan. Aan de strategische nota worden geen wijzigingen aangebracht, de strategische beleidsdoelstellingen zijn nog steeds:
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen (BVR BBC).
Het ministerieel besluit van 26 juni 2017 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheercyclus van de lokale en de provinciale besturen (MB BBC).
De omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de BBC.
De gemeenteraad stelt zijn deel van het meerjarenplan voor 2022 en 2023 als volgt vast:
De gemeenteraad keurt het besluit van de OCMW-raad van 19 december 2022 aangaande het vaststellen van zijn deel van het meerjarenplan 2020-2025 voor de jaren 2022 en 2023 goed.
De gemeenteraad stelt het geïntegreerd meerjarenplan 2020-2025 vast als volgt:
In het meerjarenplan 2020-2025 heeft de gemeente een aantal subsidies voorzien, enerzijds gebaseerd op de door de gemeenteraad goedgekeurde subsidiereglementen, anderzijds ook subsidies waarvoor geen reglement voorhanden is, de zogenaamde 'nominatieve' subsidies. Vooraleer het college van burgemeester en schepenen deze subsidies kan uitbetalen, is een expliciete beslissing van de gemeenteraad nodig.
De werkings- en investeringstoelagen aan de politiezone, brandweerzone en kerkfabrieken worden mee opgenomen in deze nominatieve lijst en voorgelegd voor goedkeuring omdat de toezichthoudende overheid hierover, naast de goedkeuring van de budgetten door de gemeenteraad, ook een expliciet gemeenteraadsbesluit wenst.
Omdat het onderscheid tussen subsidies gekoppeld aan een gemeenteraadsbesluit en andere subsidies niet altijd op voorhand bepaald worden of in de boekhouding duidelijk onderscheiden worden, voegen we in de onderstaande lijst alle werkings-en investeringssubsidies toe voor goedkeuring.
Om niet elk dossier individueel voor te leggen aan de gemeenteraad worden alle nominatieve werkings-en investeringssubsidies opgelijst en voorgelegd aan de gemeenteraad. Aangezien we bij de actualisatie van het meerjarenplan zowel kredieten van 2022 als 2023 wijzigen, bevat de lijst alle nominatieve subsidies van 2022 en 2023.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
De gemeenteraad keurt de lijst met nominatieve werkings- en investeringssubsidies 2022-2023, die integraal deel uitmaakt van dit besluit, goed.
Het decreet lokaal bestuur bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten, tenzij:
Voor een vlotte uitvoering van het beleidsplan is het aangewezen dat de gemeenteraad de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor de in het geactualiseerd meerjarenplan vermelde nominatieve investeringskredieten toevertrouwt aan het college van burgemeester en schepenen.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
De gemeenteraad vertrouwt de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor de lijst van nominatieve investeringen, die integraal deel uitmaakt van dit besluit, toe aan het college van burgemeester en schepenen.
Het lokaal bestuur en de burgers worden voortdurend geconfronteerd met de plaatsing van en/of het onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op gemeentelijk grondgebied. Deze nutsvoorzieningen vergen werkzaamheden langs de gemeentelijke wegen en hebben aldus een impact hebben op het openbaar domein.
Het lokaal bestuur keurde de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen goed, die tot doel heeft een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden. Deze Code werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de lokale besturen.
Op het vlak van het onderhoud en de herstellingen moeten ook geregeld dringende werken worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening en zijn er daarnaast een aantal werken zoals aansluitmgswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein.
De Code werd geactualiseerd naar aanleiding van meer aandacht voor minder hinder, meer oog voor het totaal concept en het gebruik van de nieuwe e-instrumenten GIPOD, KLIP.
Het huidige retributiereglement dat op 18 november 2019 in de gemeenteraad werd goedgekeurd vervalt per 31 december 2022. Een nieuw reglement voor de volgende 3 jaar moet vastgesteld worden.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
Het gemeenteraadsbesluit van 18 november 2019 betreffende het retributiereglement voor nutsvoorzieningen langs wegen 2020-2021-2022.
De gemeenteraad beslist het retributiereglement als volgt goed te keuren:
Artikel 1
Algemeen
Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.
Permanente nutsvoorzieningen omvatten:
De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de stad/gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de stad/gemeente.
Deze retributie sluit elke andere heffing, semi-heffing, of waarborgstelling in het kader van werken aan permanente nutsvoorzieningen door de gemeente uit zowel in hoofde van de distributienetbeheerder als van haar werkmaatschappij en ongeacht of voorgenoemden deze werken uitvoeren in eigen naam, dan wel laten uitvoeren door derden in naam en voor rekening van de distributienetbeheerder of de werkmaatschappij.
Onderhavig retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025.
Retributie naar aanleiding van sleufwerken
De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt per meter sleuflengte:
Op deze basisbedragen wordt een indexering toegepast, naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.
De indexering gebeurt aan het begin van een nieuwe cyclus van 3 jaar.
Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.
Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen
Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 euro per op het grondgebied van de stad/gemeente aanwezig aansluitingspunt.
Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als zijn werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,5 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de stad/gemeente.
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.
Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar een opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de stad/gemeente.
Inning
De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na de toezending van de facturen.
Lokaal bestuur Wijnegem bepaalt voor ieder schooljaar de maximumcapaciteit die voor de gemeentelijke lagere school De Notelaar, Bergenstraat 2, 2110 Wijnegem, geldt.
Elk schoolbestuur moet de maximumcapaciteit voor een school vastleggen. Dit moet op schoolniveau en kan ook per leerjaar voor een lagere school. Deze maximumcapaciteit wordt vastgelegd om de draagkracht van de school niet te overtreffen op het niveau per leerjaar en op schoolniveau.
De capaciteit geeft een indicatie welke draagkracht de klassen hebben. De vrije plaatsen moeten een logische afweging zijn tussen capaciteit en kinderen die blijven zitten.
De vrije plaatsen moeten voor iedere aanmeldings- en inschrijvingsperiode bekendgemaakt worden. Deze vrije plaatsen kunnen door de vergaderfrequentie van de gemeenteraad niet voor het begin van iedere periode worden vastgesteld. Deze vrije plaatsen zeggen meer dan capaciteit. Het zijn de vrije plaatsen die ruimte geven aan nieuwe inschrijvingen.
Een voorzichtige schatting leert dat gemiddeld ongeveer een 6-tal leerlingen het eerste leerjaar dubbelt, wat neerkomt op 2 per klas.
Hoewel de zittenblijvers in principe in overcapaciteit genomen kunnen worden, is het wenselijk om in het eerste leerjaar de klassen beperkt te houden qua aantallen en zo nieuwe leerlingen in latere jaren te kunnen opnemen.
Het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, artikelen 37bis tot en met artikel 37 vicies septies.
Het decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2012 tot bepaling van het model van inschrijvingsregister en mededeling van niet-gerealiseerde inschrijving, de provinciale bemiddelingscel voor gemeenten gelegen buiten het werkingsgebied van het LOP (lokaal overlegplatform) en de procedure voor de goedkeuring van de aanmeldingsprocedure door de Vlaamse Regering na een negatief besluit van de commissie inzake leerlingenrechten.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2002 betreffende de lokale overlegplatforms inzake gelijke onderwijskansen zoals gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juni 2006 en het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 27 september 2002 betreffende de commissie inzake leerlingenrechten zoals gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juni 2006.
De gemeenteraad stelt de capaciteit van de gemeentelijke lager school De Notelaar als volgt vast:
Leerjaar | 2023-2024 |
1 | 63 |
2 | 69 |
3 | 69 |
4 | 69 |
5 | 69 |
6 | 50 |
Totaal | 389 |
Op schoolniveau wordt de capaciteit voor anderstalige nieuwkomers op 8 gezet, zoals vroeger aangenomen.
Het college wordt gemandateerd voor iedere aanmeldings- en inschrijvingsperiode de vrije plaatsen per periode vast te stellen.
Het verslag van de vorige zitting ligt ter inzage.
Er zijn geen opmerkingen.
Het decreet lokaal bestuur 22 december 2017, na wijzigingen, artikel 32.
De gemeenteraad keurt het verslag van de zitting van 21 november 2022 goed.
De raadsleden krijgen de mogelijkheid om vragen te stellen.
Niet van toepassing.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen, artikel 31.
Het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad.