De wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen tot uitzetting, werd sinds 1 september 2021 opgeheven door de Wet van 4 februari 2020 houdende boek 3 'Goederen' van het Burgerlijk Wetboek.
Daar waar de gemeente volgens de oude wet al na zes maanden eigenaar werd van het gevonden voorwerp, wordt de gemeente nu slechts eigenaar vijf jaar na de opname in het register, voor zover de oorspronkelijke eigenaar zich niet kenbaar heeft gemaakt.
De gemeente of de vinder moet redelijke pogingen ondernemen om de eigenaar terug te vinden.
De gemeente mag wel na zes maanden 'te goeder trouw en op een economisch verantwoorde wijze’ beschikken over de zaak (met uitzondering van voorwerpen die vatbaar zijn voor bederf, die onderhevig zijn aan snelle waardevermindering of schadelijk zijn voor de openbare hygiëne, gezondheid of veiligheid en fietsen, waarvoor de bewaartermijn van drie maanden geldt).
Concreet houdt dit beschikkingsrecht in dat de gemeente na de bewaartermijn (van 3 of 6 maanden) 4 opties heeft:
De gemeente heeft een retentierecht, zolang de eigenaar de verplichting tot vergoeding van de redelijke kosten van bewaring, behoud en opsporing niet heeft nagekomen.
Een toewijzingsreglement beoogt in eerste instantie een duidelijk kader voor het toewijzen van goederen. Goederen kunnen in eerste instantie via het sociaal huis worden toegewezen aan de meest kwetsbare burgers van de gemeente. Daarnaast wordt er gekozen om de goederen te schenken aan lokale sociale initiatieven en zoveel mogelijk goederen een herbestemming te geven via circulaire economie zoals De Kringwinkel.
De gemeente is verantwoordelijk voor de opmaak van het register van gevonden voorwerpen. Dit register wordt beheerd door de medewerkers van de dienst werken, de locatie waar de gevonden goederen in bewaring worden gehouden. Het register kan door alle medewerkers van het lokaal bestuur met een onthaalfunctie aangevuld en geraadpleegd worden, om zo de vinders of de eigenaars die op zoek zijn naar een verloren voorwerp zo efficiënt mogelijk verder te helpen.
De politiezone Minos bezorgt de verloren voorwerpen die bij de politiepost afgeleverd werden en die in Wijnegem gevonden zijn aan de dienst werken, met uitzondering van goederen die identificeerbaar zijn zoals portefeuilles en sleutels, deze worden in bewaring gehouden op het wijkkantoor van de politiezone Minos. Anderzijds bezorgt de dienst werken de identificeerbare goederen die bij hen werden afgegeven aan de politiezone Minos. Deze goederen worden wel in het register mee opgenomen.
De gemeente moet een redelijke poging doen om de eigenaar van de zaak terug te vinden. Gevonden fietsen worden op de website www.gevondenfietsen.be gepubliceerd, andere goederen worden gepubliceerd op de website van de gemeente, met uitzondering van kleding die worden doorgegeven via Shop Eat Enjoy Wijnegem.
Tot op heden werd er jaarlijks een openbare verkoop gehouden. Dit veroorzaakt problemen in het magazijn wegens gebrek aan opslagruimte.
Aangezien de gemeente na zes maanden (voor fietsen na 3 maanden) over de goederen mag beschikken, waarbij vernietiging, schenking en verkoop worden gezien als mogelijke wijzen van beschikking, kan volgende werkwijze, na de bewaartijd, worden toegepast:
Zo kan er sneller plaats gemaakt worden in het magazijn.
In het geval dat de rechtmatige eigenaar zich aandient binnen de vijf jaar na registratie zal hij, voor zover het voorwerp weggeschonken werd, de waarde van het voorwerp op het moment van de schenking vergoed moeten krijgen, na aftrek van de kosten van bewaring, behoud en opsporing. De schatting van het voorwerp mag gebeuren door iemand van de administratie (bijvoorbeeld door middel van vergelijking op internet of raadpleging van iemand uit het vak).
De bewaarkosten kunnen dus aangerekend worden voor de termijn dat de gemeente het goed effectief in bewaring heeft (dus van datum dat het werd in bewaring genomen tot de verkoop, schenking, vernietiging) en worden als volgt vastgesteld:
Indien het goed reeds weggeschonken is, zullen de bewaarkosten worden beperkt tot de waarde van het goed op het moment van de schenking.
Er zal geen openbare verkoop meer worden georganiseerd. De wet zegt : indien het voorwerp verkocht werd, dient de opbrengst van de verkoop te worden uitbetaald aan de eigenaar, eveneens na aftrek van de kosten van bewaring, behoud en opsporing.
Het voorwerp zelf kan niet worden teruggevorderd, en in de wet is ook geen navolging voorzien ten aanzien van nieuwe eigenaars of bewaarnemers.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 177 betreffende het debiteurenbeheer.
De wet van 4 februari 2020 houdende boek 3 “Goederen” van het Burgerlijk Wetboek, Artikel 3.58 en volgende van het Burgerlijk Wetboek - Boek 3 - Titel 3: Eigendomsrecht.
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit.
De gemeenteraad keurt de werkwijze rond de registratie, de bewaring en de herbestemming van gevonden voorwerpen goed.
Er wordt een retributie geheven op het bewaren, verplaatsen en mogelijk vernietigen van gevonden voorwerpen op het gemeentelijk grondgebied. De tarieven zoals bepaald in artikel 4 omvatten ook de administratieve kosten die gemaakt worden voor het opzoeken van de oorspronkelijke eigenaar.
De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die eigenaar of bezitter is van de in bewaring genomen voorwerpen of die het bezit ervan bij teruggave vordert.
De tarieven van het retributiereglement voor gevonden voorwerpen worden als volgt vastgesteld:
1. Bewaarkosten
2. Transportkosten door eigen diensten:
3. De gemaakte kosten door externe diensten omtrent bewaring, transport en mogelijke vernietiging van het goed worden rechtstreeks verhaald op de eigenaar.
De retributie is niet verschuldigd voor goederen die door een uithuisuitzetting zijn verkregen.
De eigenaar wordt vrijgesteld van de retributie voor een termijn van twee weken na het vinden van het voorwerp, of indien de eigenaar een proces verbaal van diefstal kan voorleggen.
Indien het goed reeds weggeschonken is, zullen de bewaarkosten worden beperkt tot de waarde van het goed op het moment van de schenking.
Deze retributie dient onmiddellijk betaald te worden wanneer de goederen worden opgehaald. De goederen worden pas vrijgegeven na het betalen van de retributie.
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023 en eindigt op 31 december 2025.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemandateerd om verdere prijswijzingen door te voeren.