Jaarlijks worden de niet-geconcedeerde graven, niet-geconcedeerde columbariumelementen en niet-geconcedeerde urnenkelders die in aanmerking komen voor ontruiming geagendeerd op de gemeenteraad.
Het is billijk het bestaan van niet-geconcedeerde graven, niet-geconcedeerde columbariumelementen en niet-geconcedeerde urnenkelders te beperken in tijd. De duurtijd van minimum 15 jaar is redelijk, daar het wettelijke minimum 10 jaar bedraagt en deze van de concessies op 25 jaar werd vastgesteld. De verwanten worden, waar mogelijk, een jaar vooraf persoonlijk verwittigd over het verstrijken van de duurtijd.
De volgende percelen, columbarium- en urnenveldelementen, waar personen begraven of bijgezet zijn, komen hiervoor in aanmerking:
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen, meer bepaald artikel 41, 9°.
Het decreet van de Vlaamse Regering van 16 januari 2004 betreffende lijkbezorging en begraafplaatsen en zijn wijzigingen.
Het gemeenteraadsbesluit over de gemeentelijke begraafplaats van 19 november 2012 en zijn wijzigingen, dat thans deel uitmaakt van de bijlagen van het uniform gemeentelijk politiereglement zone Minos gecoördineerde versie van 22 juni 2020, laatst gewijzigd op 14 december 2020, in het bijzonder artikel 4 van het uniform gemeentelijk politiereglement zone Minos.
Het gemeenteraadsbesluit van 21 februari 2022 en zijn wijzigingen, waarbij het retributiereglement voor de gemeentelijke begraafplaats werd vastgesteld.
De gemeenteraad beslist om de volgende percelen, columbarium-en urnenveldbariumelementen, waar personen begraven of bijgezet zijn, in aanmerking te nemen voor ontruiming: