Terug
Gepubliceerd op 22/11/2022

2022_GR_00109 - Het Lokaal Energie- en Klimaatpact - Ondertekenen van het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0 - Goedkeuring

Gemeenteraad
ma 21/11/2022 - 20:00 Raadzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Lieve Kelders, Voorzitter; Leen Wouters, Burgemeester; Maarten Janssens, 1ste schepen; Tom Tachelet, 2de schepen; Juul Liekens, 3de schepen; Nadine Wouters, 4de schepen; Dirk Verhaert, Raadslid; Inge Carpentier, Raadslid; Roger Boeckxstaens, Raadslid; Marleen Elen, Raadslid; Glenn Gené, Raadslid; An Stuyck, Raadslid; Marc De Coninck, Raadslid; Dirk Maes, Raadslid; Herman Platteau, Raadslid; Nadine Vandecaveije, Raadslid; Viktor Werrebroeck, Raadslid; Lusse Berden, Raadslid; Anne-Marie Matthys, Raadslid; Leen Nagels, Algemeen directeur

Verontschuldigd

Glenn De Cleen, Raadslid

Secretaris

Leen Nagels, Algemeen directeur

Voorzitter

Lieve Kelders, Voorzitter

Stemming op het agendapunt

2022_GR_00109 - Het Lokaal Energie- en Klimaatpact - Ondertekenen van het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0 - Goedkeuring

Aanwezig

Lieve Kelders, Leen Wouters, Maarten Janssens, Tom Tachelet, Juul Liekens, Nadine Wouters, Dirk Verhaert, Inge Carpentier, Roger Boeckxstaens, Marleen Elen, Glenn Gené, An Stuyck, Marc De Coninck, Dirk Maes, Herman Platteau, Nadine Vandecaveije, Viktor Werrebroeck, Lusse Berden, Anne-Marie Matthys, Carmen Baelden, Leen Nagels
Stemmen voor 13
An Stuyck, Carmen Baelden, Dirk Maes, Herman Platteau, Juul Liekens, Leen Wouters, Maarten Janssens, Marc De Coninck, Nadine Wouters, Roger Boeckxstaens, Tom Tachelet, Anne-Marie Matthys, Lieve Kelders
Stemmen tegen 7
Dirk Verhaert, Glenn Gené, Inge Carpentier, Marleen Elen, Nadine Vandecaveije, Viktor Werrebroeck, Lusse Berden
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2022_GR_00109 - Het Lokaal Energie- en Klimaatpact - Ondertekenen van het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0 - Goedkeuring 2022_GR_00109 - Het Lokaal Energie- en Klimaatpact - Ondertekenen van het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0 - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Vlaanderen en de lokale besturen slaan door middel van het Lokaal Energie- en Klimaatpact sinds 2021 de handen in elkaar om samen de nodige transitie in het energie- en klimaatbeleid waar te maken. Het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0 (LEKP 2.0) geeft een vervolg aan het Lokaal Energie en Klimaatpact van 2021 en bevat een aanscherping van de klimaatambities die in LEKP 1.0 werden vooropgesteld. Dit in lijn met de verscherpte Europese klimaatdoelstellingen vermeld in het Fit for 55-pakket.

Het LEKP 2.0 volgt dezelfde principes als het LEKP 1.0. Twee van de vier concrete en herkenbare werven werden uitgebreid naar aanleiding van de reeds vermelde aanscherping op Europees niveau. Er wordt hierbij verder ingezet op een gelijktijdige bottom-up en top-down aanpak. Beide actoren, de Vlaamse overheid en de lokale besturen, geven aan om naast de reeds bestaande engagementen verder werk te maken van de aangescherpte engagementen zoals hieronder vermeld:

Lokale besturen engageren zich om:

  • De doelstelling m.b.t. CO2-reductie voor eigen gebouwen en technische infrastructuur wordt verhoogd van -40% naar -55% CO2-emissies tegen 2030. De scope van deze doelstelling voor CO2-reductie wordt daarnaast uitgebreid naar eigen mobiliteit;
  • De primaire energiebesparingsdoelstelling wordt aangescherpt naar -3% per jaar vanaf 2023;
  • Geen principiële schepencollege- of gemeenteraadsbeslissing meer te nemen m.b.t. lokale heffingen op elektriciteitsmasten en sleuven van ELIA;
  • Aanpassingen in de streefdoelen onder de 4 werven:
    • Nieuwe uitdaging onder werf 2:
      • 25 fossielvrije renovaties onder de 50 collectieve renovaties per 1.000 wooneenheden tegen 2030.
      • De inwoners van 50 per 1.000 wooneenheden worden uitgenodigd voor een klimaattafel ter bespreking van een wijkgerichte aanpak voor einde 2024
    • Nieuwe uitdaging onder werf 3
      • 1,5 in plaats van 1 (semi-) publieke laadequivalenten per 100 inwoners (99.000 laadpunten (CPE)) tegen 2030.

De Vlaamse overheid engageert zich tot:

  • Territoriaal coördinatorschap door Vlaanderen (VR 2022 2502) voor het Europese Burgemeestersconvenant om o.a. technische en strategische bijstand aan ondertekende gemeenten te verlenen voor de ontwikkeling, uitvoering en monitoring van hun actieplannen voor duurzame energie en klimaat (SECAPS);
  • Het faciliteren van praktijkoplossingen voor een kwalitatieve ruimtelijke implementatie van het LEKP, het benutten van de synergiën tussen de 4 werven en via een werkplatform met 2.0-ondertekenaars gedetecteerde drempels oppakken. De Vlaamse Regering engageert zich voor een frequente opvolging (minstens jaarlijks) per bevoegd beleidsdomein;
  • In plaats van een apart sloopbeleidsplan, kan de renovatiedoelstelling (residentieel en niet-residentieel) worden voorbereid door een geïntegreerde lange termijn lokale renovatiestrategie. Het Netwerk Klimaat van VVSG zal hier een ondersteunende start-analyse voor laten opmaken (timing: begin 2023);
  • Verder bouwend op de start-analyse van het Netwerk Klimaat wordt een ‘Wijkrenovatietool’ aangeboden aan lokale besturen en hun partners om collectieve renovatietrajecten data-gestuurd te concretiseren en op te volgen t.e.m. uitvoering. Deze tool kan een handig instrument zijn om de klimaattafels wijkgericht te organiseren;
  • Versterking van de basisfinanciering van energiehuizen;
  • De invoering van de ‘Mijn VerbouwPremie’ en de ‘Mijn VerbouwLening’  en de versterking van het noodkoopfonds. Zo wordt er gestreefd naar een evenwichtige mix van het activeren van privaat kapitaal door financieringsinstrumenten (premies (waaronder de EPC-labelpremie) en langlopende leningen met incentives voor diepgaande renovaties via het renteloze renovatiekrediet (via banken) of de energielening+ (via energiehuizen)), ontzorging (door energiehuizen en BENOvatiecoaches) en verplichtingen (zoals de niet-residentiële renovatieverplichting vanaf 1/1/22 en residentiële renovatieverplichting vanaf 1/1/23, publieke en overheidsgebouwen moeten een minimaal EPC-label behalen tegen 2028 en alle niet-residentiële gebouwen tegen 2030 );
  • Blijvend in te zetten op het ondersteunen van de lokale besturen bij het realiseren van state of the art fietsinfrastructuur;
  • De noodzaak voor een taxshift tussen de energievectoren (elektriciteitsfactuur verlichten door kosten door te schuiven naar fossiele energiedragers) heeft de Vlaamse Regering principieel ondersteund. Eerste stappen hiertoe zijn ondernomen (opkoop groenestroomcertificaten bij de netbeheerders, schrappen kost openbare verlichting, vergoeding REG-premies via de Vlaamse Veerkrachtmiddelen en de kost voor de minimale levering aardgas). Het blijft desalniettemin de expliciete ambitie van minister Zuhal Demir, en de voltallige Vlaamse Regering, om de inspanningen continu verder te zetten zodat er zoveel mogelijk bijkomende kosten uit de elektriciteitsfactuur worden gehaald. De Vlaamse Regering stelt voor om in samenwerking met de Federale overheid een samenwerkingsovereenkomst uit te werken om een sociaal rechtvaardige taksshift door te voeren van elektriciteit naar de verschillende fossiele energiedragers waarbij gemiddeld de energiekost van huishoudens en ondernemingen niet stijgt. Hierbij wordt gedacht aan oplossingen, zoals een uitzondering op de non bis in idem-wet. Een precedent hiervan vinden we terug in de gehanteerde methode voor de minerale olie. Hiervoor zal overleg worden opgestart met het federale beleidsniveau en rekening gehouden worden met Europese beleidsinitiatieven. VVSG zal frequent op de hoogte worden gehouden. Het is ook in dit kader dat aan de lokale besturen gevraagd wordt de heffing op de ELIA-elektriciteitsmasten af te bouwen, gezien hierdoor ook de elektriciteitsfactuur verlicht wordt met 11 miljoen euro per jaar;
  • Een eenmalige additionele budgettaire impuls voor LEKP 2.0 ondertekenaars van 22,5 miljoen euro voor de aangescherpte ambities van LEKP 2.0 te ondersteunen tijdens deze legislatuur. Deze middelen worden verdeeld als volgt: 8,75 miljoen euro voor 2022, 8,75 miljoen euro voor 2023 en 5 miljoen euro voor 2024. Deze engagementen kunnen binnen de perken van de daarvoor op de begroting van de Vlaamse Gemeenschap voorziene en beschikbare middelen en kunnen aangepast worden in functie van het algemeen begrotingsbeleid.

Door de ondertekening van het Lokaal Energie- en Klimaatpact geeft Wijnegem aan actie te ondernemen om de doelstellingen zoals hierboven vermeldt in LEKP 1.0 met de wijzigingen met betrekking tot Werf 2 en Werf 3.

Argumentatie

Op 20 september 2021 ondertekende de gemeenteraad het (Vlaams) Lokaal Energie- en Klimaatpact, afgekort als LEKP.

Hierdoor engageerde het lokaal bestuur zich om : 

  • het Burgemeestersconvenant 2030 te ondertekenen en uit te werken,
  • een gemiddelde jaarlijkse primaire energiebesparing van minstens 2,09% te realiseren in hun eigen gebouwen (inclusief technische infrastructuur, exclusief onroerend erfgoed),
  • een reductie van de CO2-uitstoot van hun eigen gebouwen en technische infrastructuur met 40% in 2030 ten opzichte van 2015 te realiseren,  
  • tegen ten laatste 2030 de openbare verlichting te verledden,  
  • het draagvlak voor hernieuwbare energie te verhogen, geen heffing op hernieuwbare energie installaties in te voeren en bestaande, zoals de heffing op pylonen van windmolens, af te bouwen tegen ten laatste 2025,  
  • lokale warmte- en sloopbeleidsplannen op te maken,  
  • burgers, bedrijven en verenigingen te stimuleren om samen met het lokaal bestuur de concrete en zichtbare streefdoelen uit de vier werven van het Lokaal Energie- en Klimaatpact te behalen.

Door de aangescherpte Europese Klimaatambities (‘Fit for 55’) besliste de Vlaamse regering over een pakket extra maatregelen om de CO2-uitstoot sterker te verminderen. Daarbij werd ook de rol van de lokale besturen herbevestigd en nieuwe doelstellingen voorgesteld. Vervolgens werd een LEKP 2.0 opgesteld, met additionele klimaatmaatregelen. Deze zijn :

  • De doelstelling m.b.t. CO2-reductie voor eigen gebouwen en technische infrastructuur wordt verhoogd van -40% naar -55% CO2-emissies tegen 2030 t.o.v. 2015. De scope van deze doelstelling voor CO2-reductie wordt daarnaast uitgebreid naar eigen mobiliteit. De primaire energiebesparingsdoelstelling wordt aangescherpt naar -3% per jaar vanaf 2023. De doelstelling dient op entiteitsniveau en niet per individueel gebouw of voertuig bekeken te worden om zo kostenefficiënt mogelijk de lange termijn klimaatdoelstellingen te halen.
  • Geen nieuwe principiële schepencollege- of gemeenteraadsbeslissing meer te nemen m.b.t. lokale heffingen op elektriciteitsmasten en sleuven van ELIA.
  • Aanpassingen in de streefdoelen onder de 4 werven:

o Nieuwe uitdaging onder Werf 2:

▪ 25 fossielvrije renovaties onder de 50 collectieve renovaties per 1.000 wooneenheden tegen 2030.

▪ Inwoners van 50 per 1.000 wooneenheden worden uitgenodigd voor een klimaattafel ter bespreking van een wijkgerichte aanpak (met een focus op de synergie tussen de 4 werven) voor einde 2024.

o Nieuwe uitdaging onder Werf 3:

▪ 1,5 (semi-) publieke laadequivalenten per 100 inwoners (99.000 laadpunten (CPE)) tegen 2030.

De werkwijze van LEKP 1.0 wordt doorgezet binnen LEKP 2.0. De financiële middelen zullen als algemene financiering onder de gemeenten verdeeld worden volgens inwonersaantal (80%) en volgens het aandeel van het Gemeentefonds 2020 (20%).

Pro memorie de additionele subsidie voor de ondertekening van het LEKP 2.0 bedraagt voor deze legislatuur: 8,75 miljoen euro voor 2022, 8,75 miljoen euro voor 2023 en 5 miljoen euro voor 2024. Deze financiering komt bovenop de vastgelegde trekkingsrechten voor LEKP 1.0 (10 miljoen euro per jaar en een vast gedeelte via het Vlaams Klimaatfonds). De additionele LEKP 2.0 middelen worden per jaar herberekent onder het aantal deelnemende lokale besturen.

Net zoals bij LEKP 1.0 wordt gevraagd om de middelen als cofinanciering in te zetten: de totale uitgaven voor klimaatacties dienen minstens het dubbele van de verkregen subsidies te bedragen. Dit wordt geaggregeerd opgevolgd door de BBC-rapportering door uitgaven aan de code ABB-LEKP-2022 te koppelen.

De uiterlijke datum waarom LEKP 2.0 ondertekend en bij ABB aangemeld moet worden is 5 december 2022.

Het is wenselijk dat de gemeenteraad het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0 ondertekent en de gewenste en mogelijke acties uitvoert. Bijgevolg heeft de gemeente recht op financiële ondersteuning van de Vlaamse overheid d.m.v. trekkingsrecht.  

Juridische grond

Artikel 2 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteraadsbeslissing van 21 september 2020 betreffende het ondertekenen van het Burgemeestersconvenant 2030 aangaande de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen.

De gemeenteraadsbeslissing van 20 september 2021 tot het ondertekenen van het (Vlaams) Lokaal Energie- en Klimaatpact.

De internationale conferentie inzake milieu en ontwikkeling gehouden in Rio de Janeiro in 1992 en het internationaal verdrag van Kyoto van 1997 met betrekking tot het nemen van maatregelen ter bescherming van het klimaat en ter vermindering van de uitstoot van broeikasgassen.

Het Regeerakkoord van de Vlaamse Regering 2019 - 2024.

Het ondertekenen van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen door de federale overheid in New York in 2015 aangaande het engagement om aan de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen te werken.

Het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021-2030.

Het ‘FIT for 55’-pakket van de Europese Commissie.

De visienota van de Vlaamse Regering van 5 november 2021 ‘Bijkomende maatregelen Klimaat’ met een extra pakket aan maatregelen voor een reductie van 40% broeikasgasuitstoot (ten opzichte van 2005) voor de sectoren transport, bouw, landbouw, afval en industrie.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 40 §2 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 §2 van het decreet lokaal bestuur: De gemeenteraad bepaalt het beleid van de gemeente en kan daarvoor algemene regels vaststellen.

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad beslist het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0 te ondertekenen.