Om de middelen van het wijkbudget op een rechtvaardige en transparante manier te kunnen toewijzen, wordt een reglement opgesteld. Dit stelt het lokaal bestuur in staat om ingediende projecten te beoordelen en de middelen te verdelen.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
De wet van 14 november 1983 over de controle op de toekenning en aanwending van toelagen.
Het lokaal bestuur Wijnegem wil jaarlijks een wijkbudget ter beschikking stellen zodat bewoners hun straat, buurt of wijk aangenamer en duurzamer kunnen maken. Hierdoor verhoogt de leefbaarheid van de buurten.
Via dit wijkbudget krijgen Wijnegemnaars de nodige (financiële) ondersteuning om samen een tof idee te ontwikkelen en uit te voeren.
De gemeenteraad keurt het volgende reglement wijkbudget goed:
Artikel 1
Doel
Jaarlijks stelt het lokaal bestuur Wijnegem een wijkbudget ter beschikking zodat bewoners hun straat, buurt of wijk aangenamer en duurzamer kunnen maken. Hierdoor verhoogt de leefbaarheid van onze buurten.
Via dit wijkbudget krijgen Wijnegemnaars de nodige (financiële) ondersteuning om samen een tof idee te ontwikkelen en uit te voeren.
Het lokaal bestuur Wijnegem voorziet hiervoor elk jaar 10.000 euro. Per jaar kunnen meerdere projecten vanuit het wijkbudget ondersteund worden.
Doelgroep
Een bewoner of bewonersgroep (een natuurlijk persoon of een vertegenwoordiger van de feitelijke vereniging of een rechtspersoon) van Wijnegem kan een projectvoorstel indienen.
Projectvoorwaarden
Om in aanmerking te komen voor subsidies moet een project voldoen aan volgende voorwaarden:
Pluspunten van een project zijn:
Aanvraag indienen
Ontvankelijkheidsverklaring
Een multidisciplinair team van medewerkers van het lokaal bestuur doet een controle op:
Beoordeling van de projectvoorstellen
Het multidisciplinair team beoordeelt alle ontvankelijke projecten op basis van de projectvoorwaarden en adviseert het college van burgemeester en schepenen.
Het college beslist vóór 31 december over de uiteindelijke toekenning en het subsidiebedrag (voor de aanvragen ingediend in 2021 valt de beslissing uiterlijk op 31 januari 2022). Het college kan één of meerdere projecten per jaar goedkeuren.
Op de website van het lokaal bestuur wordt kenbaar gemaakt welke projecten een subsidie zullen ontvangen.
De indiener van het project is verantwoordelijk voor de realisatie.
Financiering
Goedgekeurde projecten ontvangen initieel 50% van het geraamde bedrag na de toekenning van de subsidie. Het resterende bedrag wordt betaald na voorlegging van facturen. Deze facturen moeten uiterlijk binnen de drie maanden na de afloop van het project ingediend worden.
Vertrouwen en controle
De ontvangen subsidie moet aangewend worden voor het doel waarvoor ze is toegekend en dit moet te allen tijde kunnen worden aangetoond.
Op eenvoudig verzoek van het lokaal bestuur bezorgt de begunstigde bijkomende informatie aan het lokaal bestuur.
De subsidie kan niet gebruikt worden voor volgende kosten:
Het lokaal bestuur Wijnegem kan beslissen de reeds betaalde subsidie terug te vorderen of de toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk niet uit te betalen wanneer:
In geval van fraude of valse verklaringen kan het lokaal bestuur Wijnegem bijkomend beslissen om in de toekomst geen subsidies meer toe te staan.
De terugbetaling moet binnen de 30 dagen na ontvangst van de officiële vraag tot terugvordering gebeuren.
Aansprakelijkheid
Het lokaal bestuur Wijnegem kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld voor schade aan personen of goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van activiteiten met betrekking tot de aanwending van de subsidie.
Het reglement is van toepassing vanaf 1 november 2021.
Om de verhuur van het terrein goed te laten verlopen, is een duidelijk reglement een noodzaak.
De verhuur van dit veld volgens duidelijke regels vermijdt eventuele betwistingen tussen gebruikers en helpt bij het verhalen van eventuele beschadigingen aan de infrastructuur door een gebruiker.
Het is billijk een differentieel tarief toe te passen naargelang men inwoner van de gemeente is of niet. De reden hiervoor is dat een inwoner reeds via de aanvullende personenbelasting en de opcentiemen op de onroerende voorheffing bijdraagt tot de instandhouding van de gemeentelijke sportinfrastructuur.
Het is billijk een differentieel tarief toe te passen naargelang men een erkende of een niet-erkende Wijnegemse vereniging is. De reden hiervoor is dat een erkenning rechten en plichten met zich mee brengt in verband met de sportieve en culturele uitstraling van de gemeente.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
Aan de nieuwe sportvelden van de sport- en speelsite De Leeuw is er de mogelijkheid om gebruik te maken van een nieuw beachvolleybalterrein. Er wordt voorgesteld om dit terrein mee beschikbaar te maken bij het zaalreservatieprogramma. Om de verhuur vlot te laten verlopen, is er een nieuw verhuurreglement opgesteld voor het beachvolleybalterrein.
De gemeenteraad keurt het volgende reglement beachvolleybalterrein goed:
Artikel 1
Het beachvolleybalterrein is voor het publiek toegankelijk van maandag tot en met zondag van 09.00 uur tot 22.00 uur.
Het dagelijks beheer is in handen van de sportdienst, hierna de beheerder genoemd.
Het personeel van het sportcentrum en de aangestelde vrijwilligers (hierna toezichters genoemd) houden toezicht op de correcte naleving van het reglement. Bij betwisting van het reglement legt de beheerder het geschil voor aan het college van burgemeester en schepenen. In afwachting van de uitspraak van het college, geldt de beslissing van de beheerder.
De tarieven voor het gebruik van het beachvolleybalterrein worden vastgesteld door de gemeenteraad.
Hierbij worden de gebruikers ingedeeld in volgende categorieën:
De gebruikers van categorie 1 en 2 kunnen het veld gratis reserveren.
De gebruikers van categorie 3 betalen 20 euro per gereserveerd uur.
Een aanvraag voor gebruikers van categorie 2 en 3 kan online via de reservatietool (reservates.wijnegem.be) gedaan worden vanaf 3 weken tot 2 dagen voor de activiteit. Gebruikers van categorie 1 kunnen vanaf een jaar voor de activiteit reserveren.
De toewijzing gebeurt door de beheerder. Bij de planning wordt voorrang gegeven aan de Wijnegemse volleybalclubs.
Per uitzondering kan er in het weekend bij beschikbaarheid van het veld gereserveerd worden in het cafetaria van het sportcentrum (enkel bij opening cafetaria).
In geval van betwisting beslist het college van burgemeester en schepenen.
De toelating tot het gebruik van het beachvolleybalterrein omvat:
Het is verboden om het gebruik van het beachvolleybalterrein geheel of gedeeltelijk aan derden af te staan.
De gebruiker verbindt zich er toe aan alle wettelijke voorschriften te voldoen, zoals de geldende politiereglementen en de voorschriften inzake auteursrechten.
Het college van burgemeester en schepenen (of bij hoogdringendheid de beheerder) kan het gebruik van het beachvolleybalterrein ontzeggen om redenen van openbaar nut, dienstnoodzakelijkheid of overmacht. Hiervoor kan geen schadevergoeding worden gevorderd.
Door gebruik te maken van het beachvolleybalterrein en de aanwezige uitrusting erkennen de gebruikers deze in goede staat te hebben ontvangen. Ze stellen zich dan ook persoonlijk verantwoordelijk voor eventuele beschadigingen. De huurder is ook verantwoordelijk voor beschadigingen toegebracht door de bezoekende ploeg.
Toegebrachte beschadigingen worden, indien mogelijk, onmiddellijk gemeld en worden daarnaast ook schriftelijk meegedeeld aan de verhuurder. Beschadigingen die voor aanvang van de sportactiviteit worden vastgesteld door de gebruiker dienen onmiddellijk gemeld te worden, zo niet kan de gebruiker hiervoor verantwoordelijk gesteld worden. Elke vastgestelde beschadiging dient door de betrokkene te worden vergoed. Het bedrag van de schadevergoeding wordt bepaald naargelang de kosten die gemaakt moeten worden om de schade te herstellen.
De toegekende gebruikstijden worden stipt nageleefd. De gebruikstijden omvatten ook de tijd nodig voor het opruimen van het gebruikte materiaal en het opkuisen van het beachvolleybalterrein.
Het lokaal bestuur en de beheerder kunnen niet verantwoordelijk worden gesteld voor daden en hun gevolgen door derden, zowel voor, tijdens als na het gebruik van het beachvolleybalterrein.
De richtlijnen voor het gebruik van het beachvolleybalterrein zijn de volgende:
De beheerder en toezichters zullen toezicht houden op de naleving van het reglement.
Elke handelsactiviteit en het voeren van publiciteit op het beachvolleybalterrein is in principe verboden.
Tijdens wedstrijden kunnen er door clubs wegneembare reclamepanelen worden geplaatst als hiervoor een sponsorovereenkomst is. Deze panelen worden na de wedstrijd onmiddellijk verwijderd.
Publiciteit op sportkledij is wel toegelaten.
Het college van burgemeester en schepenen kan in overleg met de sportraad andere publiciteit toestaan.
Dit reglement ligt steeds ter inzage bij de sportdienst of bij de dienst vrije tijd. Het is ook beschikbaar op de online reservatietool.
Wanneer een gebruiker een aanvraag indient, verklaart hij zich bijgevolg akkoord met de voorwaarden beschreven in dit reglement.
Het reglement voor het gebruik van het beachvolleybalterrein treedt in vanaf 1 november 2021 en eindigt op 31 december 2025.
Omwille van de coronacrisis lagen de activiteiten van de meeste verenigingen sinds 13 maart 2020 grotendeels stil. De gewone verdeelsleutel voor de subsidies kan daarom moeilijk toegepast worden.
De huidige verdeling van de subsidies wordt door de verenigingen als billijk ervaren. Er wordt daarom gekozen om voor werkjaar 2020-2021 de verdeling van werkjaar 2019-2020 toe te passen.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
Het decreet van 19 juni 2020 tot het nemen van dringende maatregelen met betrekking tot de noodfondsen voor cultuur, jeugd, sport, media en de lokale besturen en met betrekking tot de armoedebestrijding naar aanleiding van de COVID-19 pandemie.
Het gemeenteraadsbesluit van 24 juni 2002 betreffende het erkennings- en subsidiereglement cultuur.
Het gemeenteraadsbesluit van 27 juni 2011 betreffende het subsidiereglement sportverenigingen.
Het gemeenteraadsbesluit van 27 juni 2011 betreffende het impulssubsidieregelement: kwaliteitsbevordering van de jeugdsportbegeleider.
Het gemeenteraadsbesluit van 21 september 2020 betreffende de coronamiddelen van het Vlaams noodfonds voor lokale cultuur-, jeugd- en sportverenigingen en organisaties.
Het gemeenteraadsbesluit van 21 september 2020 betreffende de subsidies jeugd-, sport-, cultuur- en seniorenverenigingen - Werkjaar 2019-2020.
Het gemeenteraadsbesluit van 17 mei 2021 betreffende de coronamiddelen van het Vlaams noodfonds voor lokale cultuur-, jeugd- en sportverenigingen en organisaties.
Het gemeenteraadsbesluit van 17 mei 2021 betreffende het subsidiereglement jeugdverenigingen.
Jaarlijks worden in het najaar subsidies voor het voorbije werkjaar toegekend aan de cultuur- (inclusief seniorenverenigingen), sport- en jeugdverenigingen. De berekening van deze subsidies gebeurt volgens de desbetreffende subsidiereglementen, onder andere op basis van de activiteiten in het voorbije werkjaar. Omwille van corona zijn de meeste activiteiten van de verenigingen vanaf 13 maart 2020 geannuleerd. Georganiseerde activiteiten zijn pas sinds september 2021 terug mogelijk.
Voor het werkjaar 2019-2020 werd hetzelfde subsidiebedrag uitgekeerd als voor het werkjaar 2018-2019 wat betreft de basis- en werkingssubsidies aan de jeugdverenigingen, de beleids- en impulssubsidie aan de sportverenigingen en de subsidie aan cultuur- en seniorenverenigingen.
Daarnaast heeft de gemeenteraad op 21 september 2020 en op 17 mei 2021 beslist om vanuit het Vlaams noodfonds voor lokale cultuur-, jeugd- en sportverenigingen en organisaties naar aanleiding van de COVID-19 pandemie extra financiële middelen ter beschikking te stellen.
De combinatie van de middelen die via het Vlaams noodfonds beschikbaar zijn en de middelen die met dit besluit worden vastgesteld zorgt voor een significante verhoging van de financiële steun voor de cultuur-, senioren-, sport- en jeugdverenigingen.
De gemeenteraad keurt de subsidiebedragen voor het werkjaar 2020-2021 goed wat betreft de basis- en werkingssubsidies voor de jeugdverenigingen, de beleids- en impulssubsidie aan de sportverenigingen en de subsidie aan de cultuur- en seniorenverenigingen volgens volgende verdeling:
Er dringt zich een nieuw reglement op, dat start vanuit het idee dat een geveltuin toegelaten is mits voldaan wordt aan enkele voorwaarden.
Het Vlaams gewest wenst de werkwijze van toelating na aanvraag te behouden op haar gewestwegen.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
De nieuwe gemeentewet, artikel 119.
Het gemeenteraadbesluit van 17 september 2012 houdende het reglement op geveltuintjes.
Het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025.
Op 17 september 2012 werd door de gemeenteraad een reglement op geveltuintjes goedgekeurd.
Daarin was voorzien dat voor de aanleg van een geveltuin een vergunning bij gedoogzaamheid nodig was, en dat het college van burgemeester en schepenen beslist over het toekennen van de vergunning.
Deze wijze zou mensen kunnen afschrikken of ontmoedigen, terwijl de geveltuinen net gepromoot moeten worden. Een geveltuin zorgt immers voor een mooi groen straatbeeld. Het kan ook werken als isolatielaag bij koude en natuurlijke verkoeling bij hitte. Tenslotte zorgt iedere uitgebroken stoeptegel voor meer ontharding en waterdoorlating.
De gemeenteraad keurt het reglement op geveltuinen goed als volgt:
Artikel 1
Dit reglement is van toepassing op zowel gemeentewegen als gewestwegen en vervangt het reglement op geveltuintjes, goedgekeurd door de gemeenteraad op 17 september 2012.
Een geveltuin is een beplant deel van de openbare weg, tegen een gevel van een gebouw of vrijstaande muur, inclusief de afboording. Een geveltuin wordt gemaakt door het wegnemen van 1 of 2 rijen tegels van een gedeelte van het voetpad.
De weggenomen tegels dienen bewaard te blijven zodat het gedeelte van de openbare weg in zijn oorspronkelijke staat kan worden hersteld.
De beheerder van een geveltuin is de eigenaar of de gebruiker of de houder van het zakelijk recht, van een woning, waar een geveltuin wordt of is aangelegd.
Bij een gemeenteweg geldt: voor de start van de aanleg van een geveltuin moet hiervan schriftelijk melding worden gedaan, via de website van de gemeente Wijnegem.
Bij een gewestweg (Turnhoutsebaan N112, Houtlaan (N12), Krijgsbaan (R11) en Merksemsebaan van Houtlaan tot de grens met Deurne (N120)) geldt: voor de aanleg van een geveltuin blijft een vergunning bij gedoogzaamheid nodig. De dienst ruimtelijke ordening staat in voor de behandeling van de aanvraag, het college van burgemeester en schepenen beslist over de toekenning van de vergunning.
De afmetingen van de geveltuin zijn:
Er mogen geen planten met doornen gebruikt worden in geveltuinen.
De rand van de geveltuin wordt ofwel vlak, ofwel met een opstaande rand van maximum 10 cm toegelaten. Hiervoor worden bij voorkeur de verwijderde tegels gebruikt. De breedte van de afboording is inbegrepen in de maximale breedte van de geveltuin.
De beheerder dient bij de aanleg de nodige voorzichtigheid in acht te nemen. Mogelijke schade aan de leidingen en kabels valt ten laste van de beheerder. Bij de minste twijfel over de aanwezigheid van leidingen en kabels dient informatie te worden ingewonnen bij nutsbedrijven.
Het lokaal bestuur herstelt eventuele schade aan de openbare weg veroorzaakt door de geveltuin, op kosten van de beheerder.
De beheerder verbindt zich ertoe elke verzakking of andere beschadiging onmiddellijk te melden aan het lokaal bestuur en zelf voorlopig de nodige veiligheidsmaatregelen te treffen.
Alle voorzieningen van openbaar nut zoals straatnaamborden, verlichtingspalen en pictogrammen moeten steeds zichtbaar en bereikbaar blijven.
De beheerder moet de geveltuin en de verharding errond zodanig onderhouden dat ze geen hinder of gevaar opleveren. De beheerder moet dus steeds de afmetingen van de geveltuin respecteren, gevallen bladeren en vruchten verwijderen en verhinderen dat de wortels van de geveltuin de staat van het voetpad aantasten.
De beheerder zal de door het lokaal bestuur opgelegde herstellingswerken of aanpassingswerken op eerste verzoek onmiddellijk uitvoeren.
Het lokaal bestuur behoudt zich het recht voor om geveltuinen die niet overeenstemmen met dit reglement, op kosten van de beheerder, te verwijderen en de openbare weg in oorspronkelijke staat te herstellen, zonder dat het lokaal bestuur tot enige schadevergoeding verplicht kan worden.
De beheerder is burgerrechtelijk verantwoordelijk voor alle ongevallen die voortspruiten uit de aanwezigheid van de geveltuin of het niet naleven van het reglement. De beheerder vrijwaart het lokaal bestuur tegen alle vorderingen die derde(n) tegen haar instellen als gevolg van de geveltuin of de aanleg ervan.
In het geval dat er werkzaamheden aan het openbaar domein worden uitgevoerd, is het lokaal bestuur gerechtigd de tijdelijke verwijdering van de geveltuin te eisen ten behoeve van werkzaamheden. Het lokaal bestuur betaalt hiervoor geen vergoeding aan de beheerder.
Wanneer de geveltuin wordt verwijderd door de beheerder moet deze het lokaal bestuur hiervan op de hoogte brengen, opdat het lokaal bestuur de openbare weg in zijn oorspronkelijke staat kan herstellen met de door de beheerder bewaarde tegels. Hieraan zijn geen kosten verbonden voor de beheerder, tenzij de beheerder het naliet de uitgebroken tegels te bewaren.
Dit reglement gaat van kracht op 1 november 2021 en vervangt vanaf dan het reglement van 17 september 2012 houdende het reglement op geveltuintjes.
Het plaatsen en gebruik van gevelbanken dient gereglementeerd te worden.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
De nieuwe gemeentewet, artikel 119.
Het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025.
In het meerjarenplan 2020-2025 werd ingezet op een duurzaam en leefbaar Wijnegem, waarbij het belang van ontmoetingen in de openbare ruimte, en dan specifiek in de woonomgeving, werd benadrukt. In die zin worden speelpleintjes reeds omgevormd tot ontmoetingspleintjes, en wordt voorzien in een wijkbudget.
Een gevelbank is een zitbank bevestigd aan de gevel. Zulke banken creëren ruimte voor ontmoeting en onthaasting. Een gevelbank is de ideale gelegenheid voor buren om elkaar (nog beter) te leren kennen. Een goed contact hebben met de buren is immers van onschatbare waarde.
De gevelbank raakt aan het openbaar domein. Om die reden dient de gevelbank wel steeds opklapbaar of wegneembaar te zijn. Een opklapbare gevelbank is een plank die hangt aan 2 beugels met scharnieren, die bevestigd zijn aan een gevel. Een wegneembare gevelbank bestaat uit twee stijlvolle metalen driehoeken die aan de gevel worden bevestigd, waar een plank (bv hangende achter de voordeur) op wordt gelegd om een praatje te slagen. Wanneer de gevelbank niet wordt gebruikt en de plank dus opgeborgen, worden de driehoeken dichtgeklapt, en kunnen ze dienst doen als anker voor een fietsslot.
De gemeenteraad keurt het reglement gevelbanken goed als volgt:
Artikel 1
Dit reglement is van toepassing op alle gemeentewegen. Dit reglement is niet van toepassing op gewestwegen. De straten Turnhoutsebaan N112, Houtlaan (N12), Krijgsbaan (R11) en Merksemsebaan van Houtlaan tot de grens met Deurne (N120) vallen dus buiten de toepassing van dit reglement.
Een gevelbank is een bank bevestigd aan de gevel van een woning die grenst aan het openbaar domein. Het bestaat uit een plank, ondersteund door 2 metalen driehoeken of hangend aan beugels, die worden bevestigd aan de gevel van de woning.
Een gevelbank dient ten allen tijde opklapbaar of wegneembaar te zijn. Wanneer de gevelbank niet in gebruik is, moet de bank in opgeklapte toestand of weggenomen zijn en de beugels ingeklapt.
De beheerder van een gevelbank is de eigenaar of de gebruiker of de houder van het zakelijk recht van een woning waar een gevelbank wordt of is aangelegd.
De beheerder dient ten allen tijde te kunnen aantonen dat alle buren voor de plaatsing van de gevelbank schriftelijk toelating hebben gegeven voor het plaatsen van deze gevelbank.
Voor de start van de aanleg van een gevelbank moet hiervan schriftelijk melding worden gedaan via de website van lokaal bestuur Wijnegem. In dit meldingsformulier zal gevraagd worden naar de schriftelijke toelating van alle buren.
De afmetingen van de gevelbank zijn:
De beheerder dient bij de aanleg de nodige voorzichtigheid in acht te nemen. Mogelijke schade aan leidingen en kabels valt ten laste van de beheerder. Bij de minste twijfel over de aanwezigheid van leidingen en kabels dient informatie te worden ingewonnen bij nutsbedrijven.
Alle voorzieningen van openbaar nut zoals straatnaamborden, verlichtingspalen en pictogrammen moeten steeds zichtbaar en bereikbaar blijven.
De beheerder dient zich bij het gebruik van de gevelbank te houden aan het uniform gemeentelijk politiereglement in het algemeen en de bepalingen inzake openbare netheid en openbare rust daaruit in het bijzonder.
De beheerder moet de gevelbank en het openbaar domein errond zodanig onderhouden dat ze geen hinder of gevaar opleveren.
De beheerder zal de door het lokaal bestuur opgelegde herstellingswerken of aanpassingswerken op eerste verzoek onmiddellijk uitvoeren.
Het lokaal bestuur behoudt zich het recht voor om gevelbanken die niet overeenstemmen met dit reglement op kosten van de beheerder te verwijderen, zonder de gevel van de beheerder in oorspronkelijke staat te herstellen en zonder dat het lokaal bestuur tot enige schadevergoeding verplicht kan worden.
De beheerder is burgerrechtelijk verantwoordelijk voor alle ongevallen die voortspruiten uit de aanwezigheid van de gevelbank of het niet naleven van het reglement. De beheerder vrijwaart het lokaal bestuur tegen alle vorderingen die derde(n) tegen haar instellen als gevolg van de gevelbank of de plaatsing ervan.
In het geval dat er werkzaamheden aan het openbaar domein worden uitgevoerd is het lokaal bestuur gerechtigd de tijdelijke verwijdering van de gevelbank te eisen ten behoeve van werkzaamheden. Het gemeentebestuur betaalt hiervoor geen vergoeding aan de beheerder.
Dit reglement gaat van kracht op 1 november 2021.
De Vlaamse Regering wenst met de vorming van de woonmaatschappij de dienstverlening te verhogen. Het is wenselijk om de complementaire werking van het sociaal verhuurkantoor en de sociale huisvestingsmaatschappij te verenigen. De transparantie wordt op deze manier ook verhoogd. De regierol van de lokale besturen primeert en de lokale betrokkenheid en het lokale zeggenschap wordt gewaarborgd.
De gemeenten streven een integraal woonbeleid na, met aandacht voor alle aspecten van het duurzaam, lokaal sociaal woonbeleid.
14 gemeenten van het midden en het noorden van de Antwerpse rand formuleren gezamenlijk een voorstel van werkingsgebied voor de woonmaatschappij, rekening houdend met de morfologie van de gemeenten, de werking van de huidige woonactoren inclusief de spreiding van hun patrimonium en met de huidige intergemeentelijke samenwerkingen rond wonen, namelijk de IVLW's Midden en Noord.
Lokaal bestuur Ranst wenst aan te sluiten bij het voorgestelde werkingsgebied, als zij van de Vlaams minister bevoegd voor wonen geen toelating krijgt om aan te sluiten bij het werkingsgebied voor de woonmaatschappij gevormd door de stad Lier en de gemeenten Duffel, Sint-Katelijne-Waver en Bonheiden.
Met het voorliggende voorstel van afbakening ontstaat een werkingsgebied waar er, in de gemeenten Brasschaat, Brecht, Essen, Kalmthout, Kapellen, Malle, Schilde, Schoten, Stabroek, Wijnegem, Wommelgem, Wuustwezel, Zandhoven en Zoersel (en eventueel ook Ranst), 2.652 (of 2.676) sociale huurwoningen van de sociale huisvestingsmaatschappijen (d.d. 31 december 2019) gelegen zijn en 403 (of 415) woningen op de private markt worden ingehuurd (SVK-woningen, d.d. 31 december 2020).
Er wordt rekening gehouden met de opmerkingen en bedenkingen die bij dit voorstel van werkingsgebied werden geformuleerd door de woon- en welzijnsactoren in het bovenlokaal woonoverleg.
De regelgeving schrijft voor dat lokale besturen die samen het werkingsgebied vormen over minimaal 50% + 1 van de stemrechten beschikken. De overige stemrechten (= max 50% - 1) worden verdeeld over de publieke (Vlaams gewest, provincie) en private aandeelhouders. Aan de lokale besturen wordt gevraagd om bij hun voorstel tot afbakening van de toekomstige woonmaatschappij ook reeds in te gaan op de verdeling van de stemrechten tussen de lokale besturen en dit op basis van objectieve criteria in functie van het sociaal woonbeleid.
De Ideale Woning geeft negatief advies inzake dit dossier. De gemeenten namen daarvoor volgend standpunt in op het bovenlokaal woonoverleg op 28 september 2021:
"De randvoorwaarden van het werkingsgebied voldoen aan de vooropgestelde eisen van de minister. De belangrijkste aandachtspunten blijven een kwalitatieve dienstverlening met een aantal aandachtspunten die toch aansluiten bij de bekommernissen van de lokale woonactoren:
De gemeenten zijn zich bewust van de onzekerheid van het personeel. Er wordt voorgesteld om het werkingsgebied goed te keuren, maar met het engagement om zo snel mogelijk in gesprek te gaan met alle betrokkenen."
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
Het ontwerpdecreet zoals aangenomen door het Vlaams Parlement d.d. 7 juli 2021 houdende de wijzigingen van diverse decreten met betrekking tot wonen, waarbij een regelgevend kader met betrekking tot de woonmaatschappijen wordt gecreëerd.
Tegen 1 januari 2023 moeten sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren één woonactor vormen met maar één speler per gemeente: de woonmaatschappij.
Elke woonmaatschappij moet in een uniek, niet-overlappend werkingsgebied opereren. Om deze werkingsgebieden te bepalen, krijgen de lokale besturen een trekkersrol. Op 23 oktober 2020 en 18 maart 2021 stuurde de Vlaams minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed aan alle burgemeesters een brief om een voorstel van werkingsgebied in te dienen tegen 31 oktober 2021. Dit voorstel dient in onderling overleg met andere lokale besturen te zijn bereikt, besproken op het lokale woonoverleg en gedragen door de gemeenteraad.
Er vonden reeds diverse besprekingen tussen lokale besturen van het midden en noorden van de referentieregio Antwerpen onderling en tussen de lokale besturen en de woonactoren werkzaam in het midden van het afgebakende werkingsgebied plaats.
Op het bovenlokaal woonoverleg van 28 september 2021 werd het voorstel tot afbakening van het werkingsgebied besproken.
Het college van burgemeester en schepenen besloot op 7 oktober 2021 om dit voorstel voor te leggen aan de gemeenteraad.
Met lokaal bestuur Wijnegem sluiten we aan bij het werkingsgebied van de toekomstige woonmaatschappij dat gevormd wordt samen met de volgende gemeenten: Brasschaat, Brecht, Essen, Kalmthout, Kapellen, Malle, Schilde, Schoten, Stabroek, Wommelgem, Wuustwezel, Zandhoven, Zoersel en - onder voorbehoud - Ranst.
Lokaal bestuur Wijnegem gaat ermee akkoord dat het aantal sociale huurwoningen en het aantal huishoudens per gemeente zullen worden gehanteerd als objectieve criteria voor de stemrechtenverdeling tussen de betrokken gemeenten in de Algemene Vergadering en dit in een verhouding van respectievelijke 60% en 40%. Deze stemrechtenverdeling zal worden geactualiseerd bij het begin en halfweg de legislatuur. Het lokaal bestuur zal deze afspraken van stemrechtenverdeling en -actualisatie opnemen in het aanvraagformulier.
Lokaal bestuur Wijnegem gaat ermee akkoord dat elk betrokken lokaal bestuur een bestuursmandaat in het bestuursorgaan van de woonmaatschappij kan opnemen. Binnen dit collegiaal bestuursorgaan is het lokaal bestuur betrokken bij de operationele en strategische keuzes in de woonmaatschappij.
Het lokaal bestuur maakt een afschrift van dit besluit over aan VMSW via woonmaatschappij@vmsw.be.
Deze beslissing wordt eveneens ter kennis gebracht van de provinciegouverneur.
Als we de eigenaars van de gronden aan de zuidzijde van de Merksemsebaan bekijken, ter hoogte van de rooilijn, zijn de gronden tussen de N12 Houtlaan en Merksemsebaan 147 in bezit van het gemeentebestuur met uitzondering van een 5-tal percelen. De Afdeling Vastgoedtransactie Antwerpen van de Vlaamse Overheid stelt nu de vraag of het gemeentebestuur van Wijnegem geïnteresseerd is in de overname van het perceel.
Het college van burgemeester en schepenen heeft bij beslissing van 6 februari 2014 IGEAN dienstverlening aangesteld als ontwerper om de rooilijn van de Merksemsebaan uit te werken. Dit dossier heeft, omwille van omstandigheden, een tijdlang stil gelegen maar werd dit jaar terug geactiveerd. De huidige rooilijn van 19 juli 1910 zal worden herzien. In het voorontwerp zal op deze plaats de rooilijn op de bestaande breedte blijven liggen.
Nog recent werden op de hoek van de Merksemsebaan en de Ertbruggestraat twee voorgronden in bezit genomen door het gemeentebestuur, waarbij zelfs een woning werd afgebroken. Dit gebeurde om de toekomst van de realisatie van de rooilijn niet te hypothekeren en alle opties te vrijwaren om een toekomstige realisatie van fiets- en parkeerinfrastructuur niet in de weg te staan.
De huidige vraag van de Afdeling Vastgoedtransactie naar interesse van het lokaal bestuur om het kadastraal perceel A 297 C3 te kopen, heeft dan ook geleid tot een stellingname om deze grond absoluut te verwerven om zo een toekomstige visie van rooilijn niet in de weg te staan. Deze stelling is een logische voortzetting van de recente beslissing tot in het bezit nemen van de gronden op de hoek van de Merksemsebaan en de Ertbruggestraat die vlakbij gelegen zijn.
Het college wil dan ook aan de gemeenteraad voorleggen om een intentie tot onteigening goed te keuren van perceel 297 C3 om een toekomstige realisatie van fiets- en parkeerinfrastructuur niet in de weg te staan. Er zijn namelijk ondertussen plannen om volgende legislatuur de Merksemsebaan als verkeer te downgraden, maar ook serieus te vergroenen. De huidige visie van het gemeentebestuur is om de inkom van de bebouwde kom van Wijnegem langs de Merksemsebaan te accentueren met een vergroend middeneiland/rondpunt/ovonde om de verkeersstromen te scheiden en de toegang tot het woonproject De Werve Hoef te beveiligen. Hierdoor zal het voor de automobilist duidelijk zijn dat de snelheid moet aangepast worden aan de bebouwde kom.
Het decreet houdende gemeentewegen van 12 augustus 2019.
Artikel 8 van het Vlaams onteigeningsdecreet van 24 februari 2017, na wijzigingen.
"De gemeenten en provincies kunnen tot onteigening overgaan in de gevallen waarin ze oordelen dat de onteigening noodzakelijk is voor de uitwerking van de infrastructuur of het beleid inzake respectievelijk de gemeentelijke en de provinciale aangelegenheden."
In de voormelde gevallen waar decretaal of wettelijk een specifieke rechtsgrond voor onteigening wordt bepaald, wordt op basis van die rechtsgrond tot onteigening overgegaan.
De Afdeling Vastgoedtransactie Antwerpen van de Vlaamse Overheid stelt nu de vraag of het gemeentebestuur van Wijnegem geïnteresseerd is in de overname van het perceel met kadasternummer A 297 C3 gelegen aan de Merksemsebaan ter hoogte van huisnummers 207-208.
De gemeenteraad beslist om over te gaan tot de opstart van de procedure tot onteigening van het perceel met kadastraal nummer A 297 C3 gelegen aan de Merksemsebaan ter hoogte van huisnummers 207-209.
De gemeenteraad gelast het college van burgemeester en schepenen om een uittreksel van deze raadsbeslissing over te maken aan de Afdeling Vastgoedtransactie Antwerpen van de Vlaamse Overheid.
De gemeenteraad moet overeenkomstig het artikel 432 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger herhalen.
Mevrouw Leen Wouters werd door de gemeenteraad in de zitting van 18 februari 2019 aangeduid als vertegenwoordiger met de heer Juul Liekens als plaatsvervanger.
Artikel 432 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering.
Het gemeenteraadsbesluit van 18 februari 2019 waarin mevrouw Leen Wouters werd aangeduid als vertegenwoordiger voor de bestuursperiode 2019-2024 met als plaatsvervanger de heer Juul Liekens.
De gemeente is voor één of meerdere activiteiten aangesloten bij de opdrachthoudende vereniging Fluvius Antwerpen.
De gemeente werd per aangetekend schrijven van 23 september 2021 opgeroepen om deel te nemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van Fluvius Antwerpen die op 22 december 2021 plaatsheeft in het Kasteel van Brasschaat, Hemelhoevedreef 1, 2930 Brasschaat.
Dit is de agenda:
Gezien de huidige confrontatie met het coronavirus COVID-19 staat het niet vast onder welke vorm deze Buitengewone Algemene Vergadering kan plaatsvinden.
Rekening houdende met de huidige federale richtlijnen, de politiebesluiten van de gouverneurs en de informatie via het Agentschap Binnenlands Bestuur omtrent het coronavirus COVID-19 en de impact hiervan op onderhavige bijeenkomst kan desgevallend overgegaan worden tot het houden van een digitale Buitengewone Algemene Vergadering indien dit noodzakelijk mocht blijken.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Fluvius Antwerpen op 22 december 2021:
Mevrouw Leen Wouters zal als vertegenwoordiger, met Juul Liekens als plaatsvervanger, deelnemen aan de (fysieke of digitale) Buitengewone Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Fluvius Antwerpen op 22 december 2021 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden) en haar stemgedrag afstemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake de agenda, vermeld in artikel 1 van dit besluit.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de opdrachthoudende vereniging Fluvius Antwepen, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.
Er zijn geen opmerkingen.
Het decreet lokaal bestuur 22 december 2017, na wijzigingen, artikel 32.
Het verslag van de vorige zitting ligt ter inzage.
De gemeenteraad keurt het verslag van de zitting van 20 september 2021 goed.
Niet van toepassing.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen, artikel 31.
Het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad.
De raadsleden krijgen de mogelijkheid om vragen te stellen.