Notulen  Gemeenteraad

Met het nieuwe decreet lokaal bestuur zijn er geen vereiste voorwaarden meer naar de exacte invulling van de subsidies naar de sportverenigingen toe. Het lokaal bestuur besluit dan ook de twee bestaande reglementen (subsidiereglement en impulssubsidiereglement) samen te brengen in één nieuw subsidiereglement voor sportverenigingen om tot een betere verdeling van de fondsen te komen.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.

Het gemeenteraadsbesluit van 27 juni 2011 houdende de aanpassing van het subsidiereglement voor de sportverenigingen.

Het gemeenteraadsbesluit van 27 juni 2011 houdende de aanpassing van het impulssubsidiereglement voor de sportverenigingen.

Op aangeven van de wetgevende overheid werd er in de gemeente tot nu toe binnen de sportsubsidies gewerkt met een algemene subsidie en een impulssubsidie.

Daar er maar een aantal clubs konden gebruik maken van deze laatste subsidie, was de verdeling van de fondsen niet altijd ideaal.

De voorwaarde om op deze manier te werken om subsidies van de overheid te krijgen, is ondertussen vervallen Dit maakt het mogelijk om met één subsidiereglement te werken in plaats van twee. Op deze manier kan de ondersteuning ook beter verdeeld worden onder de verschillende verenigingen.

Wegens de steeds stijgende kost bij de organisatie van competities en het feit dat niet alle verenigingen een competitieafdeling hebben, is het opportuun om dit reglement los te koppelen van de normale subsidies voor de sportverenigingen. Op deze manier kunnen zowel de extra kosten als een klein luik van het aantal uren competitiesportbeoefening ondersteund worden binnen onze gemeente.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.

Wegens een steeds oplopende kost bij de organisatie van competitiesport kwam de vraag van de verenigingen of hier geen extra ondersteuning in kan voorzien worden.

Deze ondersteuning zal integraal gaan naar kosten die specifiek te maken hebben met de extra kost waarmee competitieclubs te maken hebben. 

Het proefproject CO3 (het pilootproject rond de aanpak van intrafamiliaal geweld) is afgerond en de Vlaamse overheid verwacht dat elk lokaal bestuur zelf beslist over de mogelijke inzet van eigen middelen om dit project verder te laten lopen in de gemeente en in de zone. 

Op basis van het aantal inwoners in de politiezone heeft het Family Justice Center (FJC) berekend dat het noodzakelijk is om 1,5 VTE aan te werven voor de politiezone Minos. Het FJC is echter geen juridische entiteit en kan dus zelf geen personeel aanwerven. De stad Mortsel wil deze taak op zich nemen en het personeel detacheren ten voordele van het FJC, zodat de continuïteit en de kennisdeling verzekerd is, alsook de mogelijkheden tot sensibiliseringscampagnes e.d. De kost voor de aanwerving en de inzet van dit personeel wordt dan verdeeld over de verschillende gemeentes van de zone volgens de gekende verdeelsleutel.

Op vraag van stad Antwerpen is men vertrokken vanuit een bestaande overeenkomst tussen het Family Justice Center (FJC) / Stad Antwerpen en andere besturen. Als alle besturen van de gerechtelijke afdeling Antwerpen zijn aangesloten, zal er een uniforme overeenkomst worden opgemaakt waarin de verschillende besturen samen worden opgenomen. In afwachting hiervan zal er gewerkt worden met deze samenwerkingsovereenkomst.

Deel 1 is een algemeen deel waarin wordt uitgelegd wat de bedoeling is en vanuit welke afspraken dit document voortkomt. 

Addendum 1 is een deel met afspraken tussen Mortsel, politiezone Minos en FJC Veilig Thuis/Vlaanderen over de casusregisseur.

Addendum 2 is een deel met afspraken tussen Mortsel en de andere gemeentes van politiezone Minos.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.

De convenant tot regeling van de werkzaamheden van het Family Justice Centrum “Veilig Thuis” te Antwerpen stipuleert samenwerkingsafspraken tussen de stad Antwerpen en Vlaanderen over de gecoördineerde aanpak van intrafamiliaal geweld en dit in het volledige werkingsgebied. Het werkingsgebied van het FJC Veilig Thuis omvat de gehele afdeling Antwerpen van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen, met name de politiezones Antwerpen, Minos, Hekla, Rupel, Zara, Schoten, Brasschaat, Voorkempen, Grens, Zwijndrecht, Noord en de daaraan verbonden steden en gemeenten.

De convenant bepaalt uitdrukkelijk dat de lokale besturen betrokken dienen te worden bij de uitbouw, het aanbod en de subsidiëring van het FJC Veilig Thuis. De Vlaamse strategische coördinator behartigt het overleg en opvolging van de beoogde samenwerking .

De samenwerkingsafspraken met de lokale partners worden uitgewerkt in de geest van de bovenvermelde convenant. Geformaliseerde afspraken kunnen worden toegevoegd als een clausule bij de eerder genoemde convenant. Voor elk betrokken bestuur moet duidelijk zijn wat hun inbreng is in de samenwerking en wat de samenwerking biedt aan het lokale beleid.

De gemeentes en stad van politiezone Minos wensen zo'n samenwerkingsafspraak te maken. In het politiecollege van 13 oktober 2021 werd de aanwerving van 1,5 VTE casusregisseur goedgekeurd.

Er is een akkoord met de eigenaar van het perceel grond voor de overdracht om niet. Er werd een ontwerp-akte opgemaakt door Michielsens & Wittens Geassocieerde Notarissen.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.

Op het college van 7 augustus 2013 is een princiepsbeslissing genomen om het fietspad langs de ’s Gravenwezelsteenweg van de Albertkanaalbaan tot aan de grens met Schilde te vernieuwen. IGEAN dienstverlening heeft een startnota opgemaakt voor de vernieuwing van het fietspad langs de ’s Gravenwezelsteenweg vanaf de Turnhoutsebaan tot aan de Broekstraat.  Bij het opmaken van de detailplannen is gebleken dat er een deel van de slotgracht van het kasteel "Verbrand Hof" ingenomen moet worden zodat het fietspad zijn volledige breedte kan behouden in de bocht.  Hierdoor moet er een grondafstand gedaan worden door de eigenaar van het kasteel.

Op 25 oktober 2021 werd het bestuur hierover ingelicht. 

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen, artikel 260  tot en met 262.

De jaarrekening bestaat uit de beleidsnota, de financiële nota, de samenvatting van de algemene rekeningen en de toelichting. De jaarrekening wordt vastgesteld voor 30 juni van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarop de rekening betrekking heeft. 

De jaarrekening 2020 werd toegelicht op de gemeenteraadscommissie financiën van 17 juni 2019 en vastgesteld in de zitting van de gemeenteraad van 21 juni 2020.

In het kader van het bestuurlijk toezicht werd de jaarrekening 2020 vervolgens overgemaakt aan het Agentschap Binnenlands Bestuur.

De jaarlijkse actualisatie van het meerjarenplan is een verplichting opgelegd door het decreet lokaal bestuur.

Voor de besluitvorming is het zoals de vorige jaren noodzakelijk dat de OCMW-raad eerst zijn deel van het meerjarenplan vaststelt, vervolgens stelt de gemeenteraad zijn deel van het meerjarenplan vast en ten slotte keurt de gemeenteraad het deel goed dat de OCMW-raad heeft vastgesteld. Om te vervolledigen, laten we de gemeenteraad ook het geïntegreerd meerjarenplan vaststellen. Voor startjaar 2020 kwam het meerjarenplan tot stand op basis van onder meer een interne en externe omgevingsanalyse, sterkte en zwakteonderzoeken, Wijnegem Spreekt, de 17 duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, het bestuursakkoord en de inbreng van het personeel en het management. Voor deze actualisatie ligt de focus op de verdere uitvoering van het initiële plan. Aan de strategische nota worden geen wijzigingen aangebracht, de strategische beleidsdoelstellingen zijn nog steeds:

• 2020/1-Een duurzaam en leefbaar Wijnegem
• 2020/2-Een sociaal Wijnegem
• 2020/3-Een professioneel lokaal bestuur Wijnegem

Het geactualiseerd meerjarenplan 2020-2025 werd toegelicht op de gemeenteraadscommissie financiën van 9 december 2021.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.

Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen (BVR BBC).

Het ministerieel besluit van 26 juni 2017 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheercyclus van de lokale en de provinciale besturen (MB BBC).

De omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de BBC.

Minstens een keer per jaar wordt het meerjarenplan aangepast, waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld. Als dat nodig is, kunnen daarbij ook de kredieten voor het lopende boekjaar worden aangepast. Daarnaast kan het meerjarenplan, als dat nodig is, ook worden aangepast om alleen de kredieten voor het lopende boekjaar aan te passen. Bij elke aanpassing van het meerjarenplan wordt het resultaat van de intussen vastgestelde jaarrekeningen verwerkt. De periode van het meerjarenplan blijft altijd de periode, vermeld in artikel 254, tweede lid van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen, maar de financiële nota beschrijft altijd de financiële consequenties voor ten minste drie toekomstige boekjaren. Een aanpassing van het meerjarenplan omvat minstens een aangepaste financiële nota, een toelichting en de eventuele wijzigingen van de strategische nota.

Om niet elk dossier individueel voor te leggen aan de gemeenteraad worden alle nominatieve werkings-en investeringssubsidies opgelijst en voorgelegd aan de gemeenteraad. Aangezien we bij de actualisatie van het meerjarenplan zowel kredieten van 2021 als 2022 wijzigen, bevat de lijst alle nominatieve subsidies van 2021 en 2022.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.

In het meerjarenplan 2020-2025 heeft de gemeente een aantal subsidies voorzien, enerzijds gebaseerd op de door de gemeenteraad goedgekeurde subsidiereglementen, anderzijds ook subsidies waarvoor geen reglement voorhanden is, de zogenaamde 'nominatieve' subsidies. Vooraleer het college van burgemeester en schepenen deze subsidies kan uitbetalen, is een expliciete beslissing van de gemeenteraad nodig.

De werkings- en investeringstoelagen aan de politiezone, brandweerzone en kerkfabrieken worden mee opgenomen in deze nominatieve lijst en voorgelegd voor goedkeuring omdat de toezichthoudende overheid hierover, naast de goedkeuring van de budgetten door de gemeenteraad, ook een expliciet gemeenteraadsbesluit wenst.

Omdat het onderscheid tussen subsidies gekoppeld aan een gemeenteraadsbesluit en andere subsidies niet altijd op voorhand bepaald worden of in de boekhouding duidelijk onderscheiden worden, voegen we in de onderstaande lijst alle werkings-en investeringssubsidies toe voor goedkeuring.

Voor een vlotte uitvoering van het beleidsplan is het aangewezen dat de gemeenteraad de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor de in het geactualiseerd meerjarenplan vermelde nominatieve investeringskredieten toevertrouwt aan het college van burgemeester en schepenen.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.

Het decreet lokaal bestuur bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten, tenzij:

a) de opdracht past binnen het begrip 'dagelijks bestuur', waarvoor het college van burgemeester en schepenen bevoegd is,

b) de raad de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor die overheidsopdracht nominatief aan het college van burgemeester en schepenen heeft toevertrouwd.

De heer Juul Liekens is door de gemeenteraad aangeduid als vertegenwoordiger, met de heer Maarten Janssens als plaatsvervanger.

Omwille van de timing van de uitnodiging en de datum van de algemene vergadering werd het mandaat voor de algemene vergadering van Cipal dv op 16 december 2021 behandeld door het college en moet de gemeenteraad dit bekrachtigen.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.

Het gemeenteraadsbesluit van 20 september 2021 betreffende de aanstelling van de vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Cipal dv.

Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2021 betreffende de uitnodiging van de algemene vergadering van Cipal dv en de goedkeuring van het mandaat van de algemene vergadering van Cipal dv op 16 december 2021.

Het lokaal bestuur neemt deel aan de dienstverlenende vereniging Cipal dv.

Op 16 november 2021 is het lokaal bestuur per mail uitgenodigd om deel te nemen aan de algemene vergadering op 16 december 2021. De eerste uitnodiging was verstuurd op 3 november 2021 maar was volgens de e-mail van 16 november 2021 door verschillende deelnemers niet ontvangen, waaronder het lokaal bestuur.

Dit is de agenda:

1. Toetreding en aanvaarding van nieuwe deelnemer(s)
2. Bespreking en goedkeuring van de begroting voor het boekjaar 2022
3. Toekenning dubbel presentiegeld aan voorzitter raad van bestuur
4. Goedkeuring van het verslag, staande de vergadering

De Raad van Bestuur van Cipal dv heeft beslist om, overeenkomstig artikel 39, vierde lid van de statuten en de richtlijnen van het Agentschap Binnenlands Bestuur, de vergadering op digitale wijze te laten plaatsvinden via een door Cipal dv ter beschikking gesteld elektronisch communicatiemiddel.

Door enkele interne verschuivingen van kredieten op de buitengewone dienst is er formeel gezien een budgetwijziging nodig.

Financieel verandert er voor het lokaal bestuur Wijnegem niets t.o.v. de vorige begrotingswijziging.

De wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, artikel 68 §2.

Het koninklijk besluit van 19 april 2014 betreffende het algemeen reglement op de boekhouding van de hulpverleningszones.

Het gemeenteraadsbesluit van 15 december 2014 betreffende de bepaling financiële verdeelsleutel gemeentelijke dotaties 2015 en volgende jaren.

Het besluit van de zoneraad van 5 januari 2015 betreffende de bepaling van de financiële verdeelsleutel gemeentelijke dotaties 2015 en volgende jaren.

Het besluit van de zoneraad van 11 oktober 2021: Begrotingswijziging 2021 - Goedkeuring van de gewone en buitengewone begrotingswijziging 2 – Vaststelling.

De begrotingswijzing 2021/2 van de Brandweer Zone Antwerpen, de vroegere Hulpverleningszone Antwerpen, werd door de zoneraad op 11 oktober 2021 goedgekeurd. 

Deze beslissing werd afgekondigd van 12 oktober 2021 tot en met 22 oktober 2021 en een exemplaar kon op vraag aan de Brandweer Zone Antwerpen digitaal bekomen worden. Voor Wijnegem komt de bijdrage in 2021 neer op 0.94%.

Door een verhoging van de federale dotatie die eerder als een ontvangst werd geboekt en door enkele interne verschuivingen van kredieten op de buitengewone dienst is er formeel gezien een budgetwijziging nodig.

De verdeelsleutel wordt gevolgd.

De wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, artikel 68 §2.

Het koninklijk besluit van 19 april 2014 betreffende het algemeen reglement op de boekhouding van de hulpverleningszones.

De gemeenteraadsbeslissing van de gemeente Wijnegem van 15 december 2014 betreffende de bepaling financiële verdeelsleutel gemeentelijke dotaties 2015 en volgende jaren.

Het besluit van de zoneraad van 5 januari 2015 betreffende de bepaling van de financiële verdeelsleutel gemeentelijke dotaties 2015 en volgende jaren.

De begrotingscommissie bracht op 1 september 2021 advies uit over het ontwerp gewone en buitengewone begroting 2022 van de Brandweer Zone Antwerpen en deed uitspraak over de wettelijkheid en de financiële weerslag van dit ontwerp. 

De informatievergadering ten behoeve van de gemeentebesturen voor de gewone en buitengewone begroting 2022 van de Brandweer Zone Antwerpen en de meerjarenplanning 2020-2025 ging door op 6 september 2021.

Het besluit van de zoneraad van 11 oktober 2021 dat de begroting 2022 goedkeurt.

De begroting 2022 van de Brandweer Zone Antwerpen werd door de zoneraad op 11 oktober 2021 goedgekeurd. 

Deze beslissing werd afgekondigd van 12 oktober 2021 tot en en met 22 oktober 2021 en een exemplaar lag ter inzage op het gemeentesecretariaat. Geen opmerkingen zijn hierover gegeven. 

De afspraken zoals in het gemeenteraadsbesluit van 19 april 1999 zijn gevolgd. Het aandeel van Wijnegem is 1/5.

Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten en de wijzigingen gestipuleerd bij decreet van 6 juli 2012.

Het gemeenteraadsbesluit van 19 april 1999, waarbij het gemeentelijke aandeel voor Wijnegem op 1/5 valt voor de Kerkfabriek O.L.V. ten Hemel Opgenomen uit Schilde.

Overeenkomstig de wettelijke bepalingen maakt de Kerkfabriek O.L.V. ten Hemel Opgenomen uit Schilde het budget 2022 over, goedgekeurd in de vergadering van de kerkraad van 10 augustus 2021. Het budget is op 3 december 2021 bezorgd aan het lokaal bestuur.

Sinds 1 september 2021 moeten alle academies een een uniforme lijst gebruiken met de redenen voor gewettigde afwezigheden op maat van het DKO voor de controle van de aanwezigheidsverplichting. Met behulp van verschillende codes kunnen zij de gegevens over afwezigheden van leerlingen nu rechtstreeks via Discimus aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten doorgeven. Omwille van de aanpassing van het besluit van de Vlaamse Regering dient ook het academiereglement aangepast te worden aan de correcte regels rond aan- en afwezigheid (in artikel 22).

Het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs van 9 maart 2018. 

Het besluit van de Vlaamse Regering betreffende het opleidingsaanbod, de personeelsformatie, de inning van het inschrijvingsgeld en de certificering van het deeltijds kunstonderwijs van 4 mei 2018 en de latere wijzigingen.

Het deeltijds kunstonderwijs is onderwijs in de vrije tijd en valt niet onder de leerplichtwet. Toch zijn er ook aanwezigheidsverplichtingen verbonden aan inschrijvingen in het deeltijds kunstonderwijs. Een aanwezigheidsbeleid gaat samen met een duidelijke communicatie. De academie informeert de leerlingen over de bepalingen omtrent aan- en afwezigheid via het academiereglement. Het schoolbestuur neemt de wijze waarop leerlingen een afwezigheid melden en de verantwoording die leerlingen aan de academie bezorgen, op in haar academiereglement. Om financierbaar te zijn, moeten leerlingen tussen 1 september en 1 februari minstens 2/3 van alle lessen van het lessenrooster aanwezig zijn. Gewettigde afwezigheden tellen mee als gevolgde lessen.

De steeds evoluerende wetgeving in het onderwijs en specifiek in het deeltijds kunstonderwijs zorgt ervoor dat het bestaande arbeidsreglement een update moet krijgen. Hieronder een opsomming van de aangepaste artikels en de redenering erachter.

• artikel 5 §3: Naar aanleiding van de overheveling van de afdeling Beeldende en Audiovisuele Kunsten in Schilde is ook vestigingsplaats Schilde op de Turnhoutsebaan hier opgenomen.

• artikel 14: Sinds dit schooljaar kan een academie naast twee eigen pedagogische studiedagen ook een academie-overschrijdende studiedag organiseren. 

• artikel 16: De term geïndividualiseerde functiebeschrijving wordt geschrapt, aangezien dit niet meer van toepassing is in het onderwijs. 

• artikel 18: Door de vernieuwing in de functiebeschrijvingen komt er ook een lijst met instellingsgebonden taken bij. 

• artikel 20.bis: Toevoeging rond afstanden t.o.v. school in functie van kunstkuurprojecten.

• artikel 23 §3: Lacune in vorige versie: de volledige prestatie in domeinoverschrijdende initiatie wordt nu opgenomen. 

• artikel 33: ICT-coördinator als nieuw ambt in het deeltijds kunstonderwijs.

• hoofdstuk 8: Het hoofdstuk dat aan de basis ligt van de vernieuwing: de functiebeschrijvingen en het evaluatiereglement worden aangepast en daardoor ook de aanpassing in het arbeidsreglement.

De wet tot instelling van de arbeidsreglementen van 8 april 1965.

Het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding en de latere wijzigingen.

Het besluit van de Vlaamse Regering betreffende ICT-coördinatie in het onderwijs van 5 december 2003 en de latere wijzigingen.

Het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs van 9 maart 2018 en de latere wijzigingen.

De wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen bepaalt dat het schoolbestuur voor zijn personeel een arbeidsreglement moet opmaken met daarin een aantal verplichte vermeldingen. Het arbeidsreglement legt de relatie tussen het schoolbestuur en het personeel vast.

Sinds 1 september 2021 gelden er voor het onderwijs nieuwe regels rond functiebeschrijvingen en evaluatie van personeel en is er ook een nieuw ambt bijgekomen voor het deeltijds kunstonderwijs: ICT-coördinator.

De wetgeving rond evaluatie van personeelsleden in het onderwijs is aangepast, wat als gevolg heeft dat het evaluatiereglement voor de kunstacademie moet worden aangepast, net als de functiebeschrijvingen, de lijst met instellingsgebonden taken, het sjabloon voor het verslag van het eerste formeel functioneringstraject en het sjabloon voor de coachingshistoriek.

Het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding en de latere wijzigingen.

De omzendbrief PERS/2007/09 Functiebeschrijving en evaluatie van 29 oktober 2007 en de latere wijzigingen.

Het evaluatieproces is bedoeld en moet gezien worden als een constructief en positief personeelsbeleidsinstrument dat het mee mogelijk maakt een autonoom personeelsbeleid te voeren, gericht op het verstrekken van kwaliteitsvol onderwijs. Vanaf 1 september 2021 stopt de verplichting om ieder personeelslid minstens vierjaarlijks te evalueren. De evaluatiegesprekken worden nog enkel voorbehouden voor de personeelsleden bij wie ernstige tekortkomingen worden vastgesteld die aanleiding geven tot het vastleggen van persoons- en ontwikkelingsgerichte doelstellingen in het verslag van een formeel functioneringsgesprek. Voor hen wordt ook een verplicht begeleidingstraject van minstens 120 dagen voorzien na de overhandiging van het verslag van het eerste formele functioneringsgesprek met daarin de persoons- en ontwikkelingsgerichte doelstellingen.

Met alle andere personeelsleden moet enkel nog op regelmatige basis een (informeel) functioneringsgesprek gehouden worden. Personeelsleden krijgen ook het recht om zelf een functioneringsgesprek aan te vragen wanneer zij daar nood aan hebben.

Vanaf 1 september 2021 wordt ook het principe van de geïndividualiseerde functiebeschrijvingen verlaten en mogen nog enkel de kerntaken vastgelegd worden in de functiebeschrijvingen die lokaal per ambt en desgevallend binnen een ambt per functie, worden vastgelegd. Instellingsgebonden taken horen dus niet langer thuis in de functiebeschrijvingen, maar worden in een aparte lijst bezorgd aan de personeelsleden.

Deze criteria worden toegepast nadat de wettelijke bepalingen rond voorrang bij vaste benoeming gevolgd zijn. De mogelijkheid bestaat dat na die verplichte stappen, twee of meer personeelsleden een gelijke voorrang hebben op één of meer vacant verklaarde uren. Deze criteria worden zoveel mogelijk gelijkgetrokken met de gemeentelijke lagere school, op de afspraken die te maken hebben met de scholengemeenschap na.

Het decreet betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding van 27 maart 1991 en de latere wijzigingen.

Een inrichtende macht kan een vaste benoeming toewijzen voor het geheel of voor een deel van de vacant verklaarde betrekking. Dit betekent bijvoorbeeld dat een vacant verklaarde betrekking kan worden opgedeeld in verschillende deelbetrekkingen en zo kan worden toegewezen aan meerdere personeelsleden die zich kandidaat hebben gesteld voor deze betrekking of dat een deeltijds vastbenoemd personeelslid op basis van zijn voorrang een uitbreiding van zijn vaste benoeming kan krijgen via een deel van de vacant verklaarde betrekking.

De inrichtende macht moet daarom criteria vastleggen die ze zal hanteren om een vaste benoeming toe te kennen als er meerdere personeelsleden zijn die zich kandidaat hebben gesteld voor eenzelfde betrekking. Daarbij moet de inrichtende macht alvast rekening houden met de al bestaande voorrangsprincipes voor vaste benoeming.

Deze criteria worden onderhandeld in het daartoe bevoegde lokaal comité.

Net als elk jaar maken we per schooljaar een professionaliseringsplan op en bijbehorende afsprakennota rond de aanvangsbegeleiding. Dit jaar moesten we wachten op de vernieuwde regels rond de functionerings- en evaluatietrajecten die ook op de professionalisering een impact hebben. Daarom komt dit professionaliseringsplan gelijktijdig met het vernieuwde evaluatiereglement. Daarnaast wordt er sinds dit schooljaar ook een overeenkomst getekend tussen de leerkracht en directeur over de aanvangsbegeleiding.

Het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 en de latere wijzigingen.

Het decreet betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding van 27 maart 1991 en de latere wijzigingen.

Het besluit van de Vlaamse Regering betreffende het opleidingsaanbod, de organisatie, de personeelsformatie, de inning van het inschrijvingsgeld en de certificering van het deeltijds kunstonderwijs van 4 mei 2018 en de latere wijzigingen.

Elke instelling stelt jaarlijks een professionaliseringsplan op. Dat bevat op een samenhangende wijze alle vormingsinspanningen die erop gericht zijn de kennis, vaardigheden en attitudes van de personeelsleden van de instelling te ontwikkelen, te verbreden of te verdiepen en begeleidingsinitiatieven die gericht zijn op organisatieontwikkeling.

In het professionaliseringsplan worden ook de aanpak en uitwerking opgenomen van de aanvangsbegeleiding. Aanvangsbegeleiding is voor alle startende personeelsleden een recht en een plicht. Door coaching krijgt het startende personeelslid de kans geleidelijk in de job in te groeien en zo de competenties die hij of zij in de opleiding heeft verworven verder te ontwikkelen in de dagdagelijkse praktijk en dit waar nodig bij te sturen.

Aanvangsbegeleiding wordt daarom ook een onderdeel van het professionaliseringsplan van elke academie en als dusdanig een onderdeel van het professioneel continuüm dat start bij de initiële opleiding van een personeelslid en gedurende de volledige loopbaan doorloopt in een permanente professionalisering. Een academie ontvangt lestijden om een kwaliteitsvolle aanvangsbegeleiding aan te bieden en (verder) te ontwikkelen. Deze middelen bieden zowel ruimte en mogelijkheden voor de personeelsleden die de aanvangsbegeleiding verzorgen, als voor de personeelsleden die de aanvangsbegeleiding zullen krijgen.

De statuten in 2019 waren grotendeels een vertaalslag van de oude statuten naar een nieuwe vorm. Daarin werd onder meer bepaald dat de beherende gemeente het lokaal bestuur van Wijnegem is, wat een verderzetting van de huidige werking was.

Na een evaluatieperiode, is het moment aangebroken om enkele wijzigingen door te voeren en de statuten te actualiseren. Door het verder uitbouwen van het domein beeldende en audiovisuele kunst is het wenselijk om deze situatie in de statuten te actualiseren. Ook wordt een onduidelijkheid over de aan te kopen IT–middelen weggewerkt. De wijze van afrekenen wordt aangepast door alle inkomsten en uitgaven die volgens de statuten ten laste van de interlokale vereniging vallen, door de 3 deelnemende gemeentes te verdelen. Dit zorgt ervoor dat het bestaande systeem van voorschotten, afrekeningen en verschillende verrekenigswijzes, met ruimte voor interpretatie, verdwijnen. Aangezien de toenmalige filialen minstens even groot zijn als de hoofdvestiging, zorgt dit voor een meer billijke verdeling van de inkomsten en de kosten. Voor het domein beeldende en audiovisuele kunst worden enkel de inkomsten en uitgaven verdeeld onder de gemeentes die dit domein aanbieden onder de vleugels van het lokaal bestuur Wijnegem als inrichtende macht. 

Een overzicht van de veranderingen: 

Artikel 9 Financiële inbreng:

• §1 (wijziging van verrekening van de kosten),
• §6 nieuwe ingevoegde paragraaf.

Artikel 10 infrastructuur en didactisch materiaal:

• §1 (onder andere toegevoegd),
• §6 paragraaf toegevoegd.

Artikel 20 muziekinstrumenten:

• verandering van binnen het eerste jaar naar op termijn.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen, meer bepaald artikel 388-395.

Het decreet betreffende het onderwijs van 31 juli 1990.

Het decreet deeltijds kunstonderwijs van 28 februari 2018.

De lokale besturen van Wijnegem, Schilde en Zoersel hebben een langdurig partnerschap opgebouwd om samen deeltijds kunstonderwijs op een kwalitatieve wijze samen aan te bieden. Eertijds kon dit onder de vorm van hoofdinstelling en filiaal, nu is het onder de vorm van beherende gemeente en vestigingsplaats. In 2019 werd de interlokale vereniging opgericht. Een optimalisatie van de statuten dringt zich op.