Met het nieuwe decreet lokaal bestuur zijn er geen vereiste voorwaarden meer naar de exacte invulling van de subsidies naar de sportverenigingen toe. Het lokaal bestuur besluit dan ook de twee bestaande reglementen (subsidiereglement en impulssubsidiereglement) samen te brengen in één nieuw subsidiereglement voor sportverenigingen om tot een betere verdeling van de fondsen te komen.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
Het gemeenteraadsbesluit van 27 juni 2011 houdende de aanpassing van het subsidiereglement voor de sportverenigingen.
Het gemeenteraadsbesluit van 27 juni 2011 houdende de aanpassing van het impulssubsidiereglement voor de sportverenigingen.
Op aangeven van de wetgevende overheid werd er in de gemeente tot nu toe binnen de sportsubsidies gewerkt met een algemene subsidie en een impulssubsidie.
Daar er maar een aantal clubs konden gebruik maken van deze laatste subsidie, was de verdeling van de fondsen niet altijd ideaal.
De voorwaarde om op deze manier te werken om subsidies van de overheid te krijgen, is ondertussen vervallen Dit maakt het mogelijk om met één subsidiereglement te werken in plaats van twee. Op deze manier kan de ondersteuning ook beter verdeeld worden onder de verschillende verenigingen.
De gemeenteraad stelt het subsidiereglement voor sportverenigingen als volgt vast:
Artikel 1
Binnen de perken van de door de hogere overheid goedgekeurde gemeentebegroting zal jaarlijks een subsidie worden voorzien voor de werking van Wijnegemse sportverenigingen.
Afdeling 1 – Subsidie voor de werking
Artikel 2
Om in aanmerking te komen voor subsidiëring, moeten de verenigingen voldoen aan volgende voorwaarden:
Artikel 3
Volgende verenigingen komen niet in aanmerking voor subsidiëring, ondanks hun eventueel lidmaatschap van de gemeentelijke sportraad Wijnegem en het mogelijk voldoen aan alle andere in dit reglement voorziene erkenningscriteria:
Artikel 4
Een geldige aanvraag voor subsidie wordt ingediend met documenten die door het college van burgemeester en schepenen in het najaar worden verspreid. Om geldig te zijn, dient een aanvraag tijdig, zoals voorzien in de begeleidende brief, op het college van burgemeester en schepenen toe te komen.
De aanvraag omvat:
Het lokaal bestuur heeft het recht om bijkomende informatie op te vragen met betrekking tot alle aspecten van dit reglement.
De verenigingen verklaren zich akkoord om binnen de maand op een vraag om bijkomende informatie, op gevaar van uitsluiting, de gevraagde gegevens te verstrekken.
Artikel 5
De financiële ondersteuning bestaat uit:
Het volgens deze verdeling beschikbaar gestelde subsidiebedrag wordt gedeeld door het aantal punten behaald door alle verenigingen die voor subsidie in aanmerking komen. Voor de basissubsidie en de werkingssubsidie afzonderlijk geeft dit de waarde van een punt. Vervolgens wordt deze waarde vermenigvuldigd met het door de vereniging behaalde aantal punten. Voor activiteiten op een andere wijze rechtstreeks betoelaagd door de gemeente of door gemeentelijk aanverwante organen worden geen punten toegekend.
Afdeling 2 – Basissubsidie (70% van het begrotingskrediet)
Artikel 6
Puntenverdeling voor de ledensubsidie (20% van het begrotingskrediet)
De punten voor het ledenaantal worden bekomen door optelling van:
Artikel 7
Puntenverdeling voor aantal uren sportbeoefening (25% van het begrotingskrediet)
De punten voor het aantal uren sportbeoefening tijdens het werkjaar worden verdeeld als volgt:
Bij de aanvraag dient een schematische weergave toegevoegd te worden met de planning van de trainingen. Daarbij dienen de eventuele trainers en het gemiddeld aantal deelnemers per training vermeld te worden.
De vereniging moet duidelijk aangeven wanneer verschillende niveau- en of leeftijdsgroepen op een zelfde moment training hebben met verschillende trainers zodat duidelijk is dat het hier niet over 1 groep gaat.
De uren voor competitie of tornooien worden hier niet in rekening gebracht. Deze komen aan bod in het subsidiereglement ter ondersteuning van competitieverenigingen.
Artikel 8
Puntenverdeling voor de sportbegeleiders (25% van het begrotingskrediet)
Voor elke sportbegeleider met een erkend sporttechnisch diploma, getuigschrift of brevet wordt een extra bedrag toegekend a rato van een aantal punten bepaald door het hoogst behaalde diploma, getuigschrift of brevet.
Onder sportbegeleiders worden verstaan: bondstrainers, clubtrainers, recreatiesportleiders, hulptrainers en alle andere door het college van burgemeester en schepenen van Wijnegem erkende sportbegeleiders, die in deze functie actief zijn binnen de vereniging op regelmatige basis (min. 10x per jaar).
Erkende opleidingen zijn:
Toegekende punten:
Andere diploma’s of getuigschriften worden na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen op advies van de sportraad ingeschaald in één van deze categorieën.
Voor de aanwezigheid van een jeugdsportcoördinator wordt een extra bedrag toegekend a rato van 3 punten.
De jeugdsportcoördinator dient:
Indien deze jeugdsportcoördinator ten minste initiator in de aangeboden sport is, wordt 1 extra punt toegekend.
Indien de jeugdsportcoördinator de opleiding ‘basismodule voor jeugdsportcoördinator’ gevolgd heeft, wordt een extra punt toegekend.
Voor elke gediplomeerde lesgever die minstens 1 groep -18 jarigen of personen met een handicap begeleidt, wordt 1 extra punt toegekend.
Afdeling 3 – Werkingssubsidie (30% van het begrotingskrediet)
Artikel 9
Vergoeding voor kadervorming van trainers en bestuursleden (maximaal 10% van het begrotingskrediet)
Maximum 90 % van de kosten die de sportverenigingen maken voor de erkende vorming van hun trainers (via Sport Vlaanderen of erkende sportfederaties) tot maximum 250 euro per persoon wordt uitgekeerd aan de club. De bewijsstukken dienen bij de subsidieaanvraag te worden gevoegd.
Erkende opleidingen zijn:
Het begrotingsbedrag verminderd met het bedrag dat nodig is voor terugbetaling van de erkende vormingen - zie hoger- wordt via een puntenverdeling besteed.
Artikel 10
Puntenverdeling voor de mate van deelname aan het gemeenteleven (50% overblijvend budget werkingssubsidie)
Voor de deelname aan het gemeenteleven worden volgende punten toegekend:
Artikel 11
Puntenverdeling voor organisatie en communicatie van de sportverenigingen (25% overblijvend budget werkingssubsidie)
Artikel 12
Puntenverdeling voor het aanbieden van een drempelverlagend sportaanbod (25% overblijvend budget werkingssubsidie)
De vereniging biedt een vorm van korting aan op het lidgeld naar doelgroepen toe of biedt een afbetalingsplan en maakt deze kenbaar aan al zijn leden (2 punten).
De vereniging biedt zijn leden goedkoper sportmateriaal aan (1 punt).
De vereniging dient een overzicht en verduidelijking van de aanpak van deze drempels te bezorgen.
Afdeling 4 – Algemeen
Artikel 13
De wet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer wordt strikt nageleefd. Uitgezonderd de bevoegde gemeenteambtenaren en het college van burgemeester en schepenen hebben derden geen inzage in de toevertrouwde ledenlijsten.
Artikel 14
De verenigingen die om een toelage verzoeken, verklaren zich uitdrukkelijk akkoord met het feit dat het college van burgemeester en schepenen kan en mag overgaan tot het controleren van de door hen verstrekte gegevens. Verenigingen die opzettelijk fraude plegen worden door het college van burgemeester en schepenen, na advies van de gemeentelijke sportraad van Wijnegem, gedurende 2 jaar uitgesloten van gemeentelijke steun. Onterecht uitgekeerde financiële steun kan worden teruggevorderd.
Artikel 15
Dit reglement gaat in op 1 januari 2022 (subsidies 2022 – werkjaar 1 september 2021 – 31 augustus 2022).
Artikel 16
De gemeenteraadsbesluiten van 27 juni 2011 over dezelfde aangelegenheid worden op 1 januari 2022 ingetrokken.