Door het niet-gesubsidieerd personeel uit de aanvullende thuiszorg te trekken en in te schakelen binnen de dienst dienstencheques, worden ook hun prestaties gesubsidieerd.
Meer klanten bedienen vanuit de dienst dienstencheques betekent een aanzienlijk verminderde tijdsinvestering voor het begeleidend personeel door het wegvallen van de verplichte BelRAI-screening.
Voor de klanten is er een financieel voordeel: alle klanten betalen maximum 7,20 euro per uur. Voor 50 van de 65 klanten in de AT zal de poetshulp goedkoper worden.
Doordat de dienst dienstencheques groter wordt (van 5,05 VTE naar 8,55 VTE), zijn er meer mogelijkheden tot vervanging bij afwezigheden van collega’s.
Klanten die op termijn niet meer binnen de AT bediend kunnen worden (met een te hoog inkomen of te lage zorggraad) kunnen vanuit de dienst dienstencheques bediend worden.
Er is behoud van werk voor de medewerkers die niet binnen AT kunnen blijven wanneer enkel personen met een hoge zorggraad of laag inkomen bediend kunnen worden.
Het kwaliteitsdecreet van 17 oktober 2003.
Het woonzorgdecreet van 15 februari 2019.
Het besluit van 28 juni 2019 van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidiëring voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen.
De convenant houdende het gebruik van dienstencheques in de OCMW’s.
De beslissing van de OCMW-raad op 29 mei 2012 betreffende het principieel akkoord voor de toetreding tot de regionale DGAT.
De RDGAT KINA werd op 1 januari 2013 officieel erkend door het Agentschap Zorg en Gezondheid onder het nummer GEZ/355.
De overdracht van het urencontingent van de OCMW’s van Hove, Nijlen, Schelle, Schilde, Wijnegem en Wommelgem naar de RDGAT KINA op 1 januari 2016.
Binnen de dienst ouderenzorg en thuisdiensten zijn twee diensten naast elkaar actief die particuliere poetshulp aanbieden. Het gaat enerzijds om de dienst dienstencheques en anderzijds om de poetsdienst die deel uitmaakt van de regionale dienst gezinszorg en aanvullende thuiszorg (RDGAT).
De dienst dienstencheques, opgestart als tewerkstellingsproject, richt zich voor zijn cliënteel eerder op -65-jarigen.
De poetsdienst, de aanvullende thuiszorg (AT) binnen de RDGAT, richt zich op hulpbehoevenden, voornamelijk 65-plussers. De tarifering van de poetsdienst gebeurt in functie van het inkomen en de zorggraad.
Binnen deze diensten stellen zich volgende knelpunten:
Daarnaast vinden er een aantal evoluties plaats die de vraag doen rijzen of deze opdeling tussen AT en de dienstencheques nog steeds wenselijk is.
Het voorstel is om de niet-gesubsidieerde medewerkers binnen de aanvullende thuiszorg onder te brengen in de dienst dienstencheques en de klanten met een hoger inkomen en lage zorggraad te bedienen vanuit de dienst dienstencheques.
De niet-gesubsidieerde medewerkers binnen de reguliere poetsdienst van de Regionale Dienst Gezinszorg en Aanvullende Thuiszorg worden met ingang van 1 april 2022 opgenomen binnen de dienst dienstencheques. De klanten met een hoger inkomen en lage zorggraad van de reguliere poetsdienst worden vanaf 1 april 2022 bediend vanuit de dienst dienstencheques.
KINA pv wordt op de hoogte gebracht van deze beslissing.
Het merendeel van de huidige klanten van de poetsdienst betaalt meer dan 7,20 euro per gepresteerd uur. De vermindering van de inkomsten door invoering van een maximumtarief van 7,20 euro wordt geschat op ongeveer 1.400 euro per maand.
Gezien de geplande overgang van de niet-gesubsidieerde medewerkers van de poetsdienst naar de dienst dienstencheques op 1 april 2022, lijkt het omwille van deze financiële reden, maar ook om praktische redenen, aangewezen om de prijswijziging pas in te voeren vanaf 1 april 2022.
Het Woonzorgdecreet van 15 februari 2019.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers, bijlage 2, artikel 17 §1 rond de gebruikersbijdrage voor gezinszorg en §2 rond de gebruikersbijdrage voor logistieke hulp.
De beslissing van de OCMW-raad op 29 mei 2012 betreffende het principieel akkoord voor de toetreding tot de regionale DGAT.
De RDGAT KINA werd op 1 januari 2013 officieel erkend door het Agentschap Zorg en Gezondheid onder het nummer GEZ/355.
De overdracht van het urencontingent van de OCMW’s van Hove, Nijlen, Schelle, Schilde, Wijnegem en Wommelgem naar de RDGAT KINA op 1 januari 2016.
De beslissing van de raad van bestuur van KINA pv van 30 juni 2021 betreffende de goedkeuring van de tarieven logistieke hulp binnen het project RDGAT.
De reguliere poetsdienst is onderdeel van de Regionale Dienst Gezinszorg en Aanvullende Thuiszorg (RDGAT) KINA. Deelnemende besturen zijn Hove, Nijlen, Schelle, Schilde, Wijnegem en Wommelgem.
Om te voldoen aan de wettelijke voorwaarden voor erkenning en subsidiëring moet binnen eenzelfde dienst een gemeenschappelijke richtlijn voor de bijdrageberekening van de logistieke hulp (poetshulp) gehanteerd worden, wat tot nu niet het geval is. In Wijnegem is de gebruikersbijdrage voor poetshulp per gepresteerd uur gelijk aan de bijdrage voor de gezinszorg + 50%.
Binnen het beleidsoverleg van de RDGAT op 25 februari 2021 en 15 juni 2021 is met de meerderheid van de besturen een consensus bereikt over een gemeenschappelijke richtlijn zijnde: de bijdrage per gepresteerd uur logistieke hulp is gelijk aan de bijdrage voor de gezinszorg + 50%, met een maximumbijdrage die gelijk is aan het nettobedrag van de dienstencheque na fiscale aftrek (huidig bedrag = 7,20 euro). Dit tarief wenst men vanaf 1 januari 2022 toe te passen.
De gebruikersbijdrage voor logistieke hulp binnen de RDGAT KINA wordt vastgelegd op het bedrag van de bijdrage voor gezinszorg vermeerderd met 50%, met een maximumbijdrage die gelijk is aan het nettobedrag van de dienstencheque na fiscale aftrek (huidig bedrag = 7,20 euro) met ingang van 1 april 2022. Er wordt hierbij geen maximumgrens qua inkomsten gehanteerd.
Op 25 oktober 2021 werd het bestuur hierover ingelicht.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen, artikel 260 tot en met 262.
De jaarrekening bestaat uit de beleidsnota, de financiële nota, de samenvatting van de algemene rekeningen en de toelichting. De jaarrekening wordt vastgesteld voor 30 juni van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarop de rekening betrekking heeft.
De jaarrekening 2020 werd toegelicht op de gemeenteraadscommissie financiën van 17 juni 2019 en vastgesteld in de zitting van de OCMW-raad van 21 juni 2020.
In het kader van het bestuurlijk toezicht werd de jaarrekening 2020 vervolgens overgemaakt aan het Agentschap Binnenlands Bestuur.
De OCMW-raad neemt kennis van het besluit en de opmerkingen van de gouverneur d.d. 25 oktober 2021 houdende de goedkeuring van de jaarrekening 2020.
De jaarlijkse actualisatie van het meerjarenplan is een verplichting opgelegd door het decreet lokaal bestuur.
Voor de besluitvorming is het zoals de vorige jaren noodzakelijk dat de OCMW-raad eerst zijn deel van het meerjarenplan vaststelt, vervolgens stelt de gemeenteraad zijn deel van het meerjarenplan vast en ten slotte keurt de gemeenteraad het deel goed dat de OCMW-raad heeft vastgesteld. Om te vervolledigen, laten we de gemeenteraad ook het geïntegreerd meerjarenplan vaststellen. Voor startjaar 2020 kwam het meerjarenplan tot stand op basis van onder meer een interne en externe omgevingsanalyse, sterkte en zwakteonderzoeken, Wijnegem Spreekt, de 17 duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, het bestuursakkoord en de inbreng van het personeel en het management. Voor deze actualisatie ligt de focus op de verdere uitvoering van het initiële plan. Aan de strategische nota worden geen wijzigingen aangebracht, de strategische beleidsdoelstellingen zijn nog steeds:
Het geactualiseerd meerjarenplan 2020-2025 werd toegelicht op de gemeenteraadscommissie financiën van 9 december 2021.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, na wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen (BVR BBC).
Het ministerieel besluit van 26 juni 2017 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheercyclus van de lokale en de provinciale besturen (MB BBC).
De omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de BBC.
Minstens een keer per jaar wordt het meerjarenplan aangepast, waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld. Als dat nodig is, kunnen daarbij ook de kredieten voor het lopende boekjaar worden aangepast. Daarnaast kan het meerjarenplan, als dat nodig is, ook worden aangepast om alleen de kredieten voor het lopende boekjaar aan te passen. Bij elke aanpassing van het meerjarenplan wordt het resultaat van de intussen vastgestelde jaarrekeningen verwerkt. De periode van het meerjarenplan blijft altijd de periode, vermeld in artikel 254, tweede lid van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, maar de financiële nota beschrijft altijd de financiële consequenties voor ten minste drie toekomstige boekjaren. Een aanpassing van het meerjarenplan omvat minstens een aangepaste financiële nota, een toelichting en de eventuele wijzigingen van de strategische nota.
De OCMW-raad stelt zijn deel van het meerjarenplan voor 2021 en 2022 als volgt vast:
Er zijn geen opmerkingen.
Het decreet lokaal bestuur 22 december 2017, na wijzigingen, artikel 74 en 32.
Het verslag van de vorige zitting ligt ter inzage.
De OCMW-raad keurt het verslag van de zitting van 15 november 2021 goed.